Bouwbesluit Online 2012


§ 3.7.1. Nieuwbouw

Artikel 3.26

1.

Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies dat de vorming van allergenen voldoende wordt beperkt.

2.

Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 3.26 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

3.

Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 3.26 geen voorschrift is aangewezen.

Artikel 3.27

1.

Een uitwendige scheidingsconstructie heeft aan de zijde die grenst aan een verblijfsgebied, een volgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, die niet kleiner is dan de in tabel 3.26 aangegeven grenswaarde.

2.

Een constructie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied en een kruipruimte, met inbegrip van de hierop aansluitende delen van andere constructies, voorzover die delen van invloed zijn op de factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, heeft aan de zijde die grenst aan een verblijfsgebied een volgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, die niet kleiner is dan de in tabel 3.26 aangegeven grenswaarde.

3.

Een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied en een ruimte die niet wordt verwarmd of die uitsluitend wordt verwarmd voor een ander doel dan het verblijven van mensen, heeft aan een zijde die grenst aan een verblijfsgebied een volgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, die niet kleiner is dan de in tabel 3.26 aangegeven grenswaarde.

4.

Het eerste tot en met derde lid gelden niet voor ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructie-onderdelen.

5.

Het eerste tot en met derde lid gelden niet, indien het verblijfsgebied uitsluitend wordt verwarmd voor een ander doel dan het verblijven van mensen.

Artikel 3.28

1.

Een scheidingsconstructie van een toiletruimte of een badruimte, heeft aan een zijde die grenst aan die ruimte, tot 1,2 m hoogte boven de vloer van die ruimte een volgens NEN 2778 bepaalde wateropname die gemiddeld niet groter is dan 0.01 kg/(m².s1/2) en op geen enkele plaats groter dan 0,2 kg/(m².s1/2).

2.

Voor een badruimte geldt het in het eerste lid gestelde voorschrift ter plaatse van een bad of een douche over een lengte van ten minste 3 m, tot een hoogte van 2,1 m boven de vloer van die ruimte.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties