Bouwbesluit Online 2012

Hoofdstuk 5. Nadere voorschriften omtrent de toepassing van normen

Paragraaf 5.1.Nieuwbouw

Artikel 5.1.NEN 1006

Bij toepassing van NEN 1006 zijn alleen de onderdelen van toepassing die technische voorschriften uit oogpunt van gezondheid bevatten over een voorziening voor drinkwater of warmwater.

Artikel 5.1aNEN 1010

Bij toepassing van NEN 1010 zijn alleen de onderdelen van toepassing die technische voorschriften uit oogpunt van veiligheid bevatten over een voorziening voor elektriciteit.

Artikel 5.2.NEN 1087

Lid 1.

Waar in artikel 3.29 van het besluit wordt verwezen naar NEN 1087 is bedoeld de hoofdstukken 5 en 8 van die norm.

Lid 2.

Waar in artikel 3.50, tweede lid, van het besluit wordt verwezen naar NEN 1087 is bedoeld de onderdelen 5.1 en 5.3 van die norm.

Artikel 5.3. NEN 2057

Bij de toepassing van NEN 2057 geldt het volgende:

In vergelijking (1) in hoofdstuk 4 van NEN 2057 wordt ‘A e,i = A d,i x C b,i x C u,i x C LTA’ gelezen als:

A e,i = A d,i x C b,i x C u,i.

Artikel 5.3a.NEN 2535 en NEN 2575

Bij de toepassing van NEN 2535 en NEN 2575 is het in die normen bedoelde akkoord van de bevoegde autoriteit verkregen met een vergunning voor het bouwen of voor brandveilig gebruik of een melding als bedoeld in artikel 1.18, eerste lid, van het besluit.

Artikel 5.4.NEN 2654-1

Waar in artikel 6.20, zevende en achtste lid, van het besluit wordt verwezen naar NEN 2654-1 zijn bedoeld de onderdelen 5 en 6 van die norm.

Artikel 5.5.NEN 2654-2

Waar in artikel 6.23, derde en vijfde lid, van het besluit wordt verwezen naar NEN 2654-2 zijn bedoeld de onderdelen 5, 6 en 7 van die norm.

Artikel 5.6.NEN 2757

Waar in de artikelen 3.50, 3.53 en 3.54 van het besluit wordt verwezen naar NEN 2757 is bedoeld:

a.NEN 2757-1 voor verbrandingsinstallaties met een belasting kleiner dan of gelijk aan 130 kW op bovenwaarde, en
b.NEN 2757-2 voor verbrandingsinstallaties met een belasting groter dan 130 kW op bovenwaarde.

Artikel 5.7.NEN 5077

Bij toepassing van NEN 5077 geldt dat in afwijking van tabel 6 de standen van de ventilatieopeningen en van de mechanische ventilatie alle ’open’ respectievelijk ‘aan’ zijn.

Artikel 5.8.NEN 7120

Bij de toepassing van NEN 7120 gelden voor de in onderdeel 5.3.2 opgenomen formule de volgende waarden voor de correctiefactor C EPC;mn;U/W:

Gebruiksfunctie C EPC;mn;U/W
1 Woonfunctie
a woonwagen 0,99
b andere woonfunctie 1,10
2 Bijeenkomstfunctie 0,73
3 Celfunctie 0,98
4 Gezondheidszorgfunctie
a met bedgebied 1,17
b andere gezondheidszorgfunctie 0,98
6 Kantoorfunctie 1,05
7 Logiesfunctie
a logiesfunctie in logiesgebouw 0,90
b logiesfunctie niet in logiesgebouw 0,88
8 Onderwijsfunctie 1,44
9 Sportfunctie 0,86
10 Winkelfunctie 0,85

Artikel 5.8a.NEN-EN 1838

Waar in artikel 6.24, eerste en vierde lid, van het besluit wordt verwezen naar NEN-EN 1838 is bedoeld artikel 5.4.5 van die norm.

Artikel 5.8b.NEN-EN 1990

Bij toepassing van NEN-EN 1990 wordt tabel NB. 1- 2.1 gelezen als:

Ontwerplevensduur Toepassing
Klasse Jaren
1A 5

Tijdelijke bouwwerken, anders dan een woonfunctie:

waarbij de termijn genoemd in de omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid van art 5.16 van het Besluit omgevingsrecht niet langer is dan 5 jaar of

die vergunningsvrij zijn voor de activiteit bouwen als bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

Voor bouwwerken in gevolgklasse CC2 of CC3: binnen deze klasse moeten de in rekening te brengen belastingen zijn gebaseerd op een referentieperiode van 15 jaar. Voor CC1 is dit 5 jaar.

1B 15 Tijdelijke bouwwerken, anders dan de bouwwerken die vallen in klasse 1A.
2 15

Constructies en bouwwerken voor landbouw en tuinbouw en soortgelijke toepassingen, uitsluitend voor productiedoeleinden, waarbij het aantal personen dat in het gebouw aanwezig is, beperkt is;

Industriebouwwerken, al dan niet tijdelijk, met 1 of 2 bouwlagen.

3 50 Bouwwerken anders dan bedoeld onder 1A, 1B en 2.
4 100 Monumentale bouwwerken. De beslissing om een bouwwerk als monumentaal aan te merken is ter beoordeling van de opdrachtgever.

Paragraaf 5.2.Bestaande bouw

Artikel 5.9. NEN 2057

Bij de toepassing van NEN 2057 geldt het volgende:

Onderdeel 6.1 wordt gelezen als:

Projecteer de delen van de daglichtopening loodrecht op het projectievlak.

Artikel 5.9a.NEN 2535

Bij de toepassing van NEN 2535 is het in die norm bedoelde akkoord van de bevoegde autoriteit verkregen met een vergunning voor het bouwen of brandveilig gebruik of een melding als bedoeld in artikel 1.18, eerste lid, van het besluit.

Artikel 5.9b.NEN 2575

Lid 1.

Bij de toepassing van NEN 2575 is het in die norm bedoelde akkoord van de bevoegde autoriteit verkregen met een vergunning voor het bouwen of brandveilig gebruik of een melding als bedoeld in artikel 1.18, eerste lid, van het besluit.

Lid 2.

Waar in artikel 6.23 van het besluit wordt verwezen naar NEN 2575 geldt het volgende:

a.het in onderdeel 4, tabel 1, onder algemeen, bedoelde minimaal toelaatbaar geluidniveau van toonsignalen van 65 dB geldt alleen voor verkeersruimten. Voor verblijfsruimten geldt alleen het in die tabel bedoelde geluidsniveau toonsignaal dat minimaal 6dB boven het gemiddelde omgevingsgeluid uitkomt;
b.het in onderdeel 4, tabel 2, onder algemeen, bedoelde minimaal toelaatbaar geluidniveau van gesproken berichten van 60 dB geldt alleen voor verkeerruimten. Voor verblijfsruimten geldt alleen het in die tabel bedoelde geluidsniveau toonsignaal dat minimaal 6dB boven het gemiddelde omgevingsgeluid uitkomt;
c.onderdeel 12.4.2 Specificatie Luidsprekers is niet van toepassing;
d.onderdeel 17 Bekabeling is niet van toepassing.

Lid 3.

Het tweede lid is niet van toepassing op een ontruimingsalarminstallatie die behoort bij een brandmeldinstallatie met doormelding als bedoeld in artikel 6.20 van het besluit, en op een ontruimingsalarminstallatie die behoort bij een brandmeldinstallatie zonder doormelding die na 1 november 2008 is opgeleverd of gewijzigd.

Artikel 5.10.NEN 8062

Lid 1.

Waar in artikel 2.64 van het besluit is voorgeschreven dat de brandveiligheid van een afvoervoorziening voor rookgas wordt bepaald volgens NEN 8062 geldt bij de toepassing van onderdeel 4 van die norm dat materiaal waaruit een voorziening voor de afvoer van rookgas is samengesteld onbrandbaar is, bepaald volgens NEN 6064, voor zover in dat materiaal een temperatuur kan optreden van meer dan 363 K. In afwijking van ‘onbrandbaar’ volgens NEN 6064 mogen ook materialen die voldoen aan de brandklasse A1 volgens NEN-EN 13501-1 zijn toegepast.

Lid 2.

Bij de toepassing van onderdeel 5 van NEN 8062 geldt dat luchtdichtheid van een voorziening voor de afvoer van rookgas kleiner is dan 25 m3/m2/h.

Lid 3.

Indien bij het bouwen de voorziening is gerealiseerd met toepassing van NEN 6062 en de bestaande voorziening aan dat normblad voldoet, is voldaan aan het eerste en het tweede lid.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties