Bouwbesluit Online 2012


2.2.5. Energiezuinigheid

De voorschriften die uit het oogpunt van energiezuinigheid zijn gegeven, omvatten de thermische isolatie en de beperking van de luchtdoorlatendheid van de scheidingsconstructies van een verwarmd gebouw, alsmede de energieprestatie van bepaalde gebruiksfuncties of gebouwen. Deze voorschriften zijn gericht op het terugdringen van het gebruik van gas en elektriciteit. Het gaat daarbij om het energiegebruik door transmissie en infiltratie en ventilatie via de gebouwschil en om energiegebruik van gebouwgebonden installaties, zoals die voor verwarming, koeling, warm water, ventilatie, bevochtiging en verlichting. Het terugdringen van het gebruik van deze energie draagt bovendien bij tot een geringere belasting van het milieu. Een ander oogmerk voor het stellen van deze eisen is voor de woningbouw gelegen in het beperken van de woonlasten. Immers, een zwaardere isolatie en een lagere energieprestatie betekent minder gebruik van de steeds duurder wordende energie die voor de verwarming en het normale gebruik van het gebouw nodig is.

De voorschriften voor de thermische isolatie van gebouwen zijn bedoeld om de begane-grondvloer, de gevel en het dak zodanig te isoleren, dat warmte niet naar buiten kan weglekken en kou niet naar binnen kan stromen. In de praktijk betekent dit doorgaans dat de begane-grondvloer aan de onderzijde met isolatiemateriaal wordt bekleed, de spouw met isolatiemateriaal wordt gevuld en tussen de dakbedekking en het dakbeschot dergelijk materiaal wordt aangebracht. Bepaalde constructie-onderdelen die zich vooral in de gevel van een gebouw bevinden, behoeven evenwel niet aan de hiervoor bedoelde hoge isolatie-eis te voldoen. Anders kunnen ramen, deuren, borstweringen e.d. niet worden gerealiseerd. Het glas in ramen en deuren moet van zodanige kwaliteit zijn dat het een bepaalde warmtedoorgang niet te boven gaat. Dit wordt in de regel alleen bereikt door toepassing van thermisch isolerend dubbelglas. De voorschriften voor de luchtdoorlatendheid leiden er toe dat de constructie van de begane-grondvloer, de gevel en het dak zodanig dicht zijn, dat door kieren en ventilatie-openingen geen te grote stroming van lucht gaat ontstaan, waardoor als gevolg van die luchtstroming te veel koude buitenlucht het gebouw ongecontroleerd kan binnendringen met als gevolg dat extra energietoevoer nodig is om de binnenlucht op temperatuur te houden. De voorschriften met betrekking tot de energieprestatie leiden tot een verdergaande energiebesparing dan met de eisen inzake de thermische isolatie en de luchtdoorlatendheid kan worden bereikt. De verdergaande energiebesparing kan worden bereikt door ook andere aspecten van een gebouw daarbij te betrekken. Aspecten die betrekking hebben op energiegebruikende gebouwgebonden installaties en benutting van passieve zonne-energie.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties