Bouwbesluit Online 2012


I. Algemeen

1.Beschrijf het beleidsterrein waarop de ontwerp -regeling betrekking heeft. Geef daarbij tevens aan welke ontwikkelingen op dat beleidsterrein noodzaken tot (verdergaand) ingrijpen door de centrale overheid. Besteed in dit verband tevens aandacht aan eventueel op dit terrein bestaande internationale regelingen waaraan Nederland gebonden is.

Het Bouwbesluit heeft betrekking op het terrein van de technische kwaliteitszorg voor te bouwen en bestaande bouwwerken. Een aantal in het Actieprogramma deregulering (woningbouw)regelgeving vervatte beleidsvoornemens wordt met het Bouwbesluit tot uitvoering gebracht. Deze voornemens strekken tot uniformering en herformulering van de technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en bestaande bouwwerken. Achtergrond hiervan vormen, naast het algemene streven tot deregulering van regelgeving, bezwaren die in de bouwpraktijk zijn gerezen tegen het per gemeente kunnen verschillen van bouwvoorschriften en de toepassing daarvan. In dit verband gaat het bij uniformering om het in één regeling opnemen van voorschriften die thans zijn verspreid over lokaal uiteenlopende verordeningen. De herformulering van de voorschriften houdt in het omzetten van de huidige functioneel dan wel als receptuur geredigeerde eisen in op functionele omschrijvingen berustende prestatie-eisen. De opzet en uitwerking van het Bouwbesluit sluiten aan bij de systematiek en nadere uitvoering van de EEG-richtlijn bouwproducten. Door deze aansluiting naar systematiek, ook in het opzicht van verwijzing naar normbladen en kwaliteitsverklaringen, is de implementatie van genoemde richtlijn in de Nederlandse regelgeving door middel van het Bouwbesluit betrekkelijk eenvoudig te verwezenlijken.

2.Geef een overzicht van ten aanzien van het te regelen onderwerp reeds bestaande regelingen op centraal c.q. op decentraal niveau. Geef daarbij beknopt weer:
  • de doelstellingen van de regelingen;
  • hun werkingssfeer naar plaats, object en subject;
  • de organen (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk) die bij de uitvoering ervan zijn betrokken;
  • de gesignaleerde tekortkomingen van de bestaande regelingen, die tot de ontwerp-regeling noodzaken.

Centraal in de huidige technische bouwregelgeving staat de gemeentelijke bouwverordening, die op grond van de Woningwet van 1962 in elke gemeente moet worden vastgesteld. Alle gemeenten hebben voor de inhoud van hun gemeentelijke bouwverordening de model-bouwverordening van de VNG tot uitgangspunt genomen. Ten gevolge van plaatselijke afwijkingen en aanvullingen, alsmede door het feit dat de jaarlijkse wijzigingen van de model-bouwverordening veelal eerst na een of meer jaren werden overgenomen, verschillen de verordeningen echter van gemeente tot gemeente. De doelstellingen van de op de Woningwet gebaseerde technische bepalingen van de model-bouwverordening zijn globaal dezelfde als die van het Bouwbesluit, namelijk het waarborgen van veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid met betrekking tot (gebruikers van) bouwwerken. Ook naar werkingssfeer komen de huidige gemeentelijke bouwverordeningen nagenoeg overeen met het Bouwbesluit, met als verschil dat de bouwverordeningen niet op woonwagens en standplaatsen betrekking hebben en het Bouwbesluit wèl. Met de uitvoering van de bouwverordening is op ambtelijk niveau het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht belast. Dit toetst bouwplannen aan de technische eisen en coördineert de inbreng die andere diensten en instellingen daarbij hebben, zoals de brandweer en de nutsbedrijven. De bezwaren die tegen de gemeentelijke bouwverordeningen zijn gerezen betreffen, zoals in het antwoord op vraag 1 reeds is gesteld, de verschillen die deze vertonen in de eisen en hun toepassing. Op nationaal niveau bestaan voorts enige besluiten en regelingen die betrekking hebben op het onderwerp waarin bij of krachtens het Bouwbesluit wordt voorzien. In dit verband kan worden gewezen op het Besluit geluidwering gebouwen dat voorschriften bevat ter voorkoming of beperking van geluidhinder in gebouwen, het Besluit geluidwering kantoorgebouwen dat voorschriften geeft ten behoeve van het beperken van geluidhinder in kantoorgebouwen, het Besluit schuilplaatsen bij de bouw van woningen 1968 waarin voorschriften zijn gegeven in het belang van de bevolking tegen de gevolgen van oorlogsgeweld, en het Woonketenbesluit dat voorschriften bevat omtrent het bouwen, het gebruik en het onderhoud van woonketen. Bij de inwerkingtreding van het Bouwbesluit zullen genoemde besluiten worden ingetrokken. Voorts kan ten aanzien van het bouwen van woonwagens worden gewezen op het Woonwagenreglement en ten aanzien van standplaatsen op het Besluit woonwagencentra, de Regeling geldelijke steun standplaatsen voor woonwagens en de Regeling geldelijke steun standplaatsen buiten een openbaar centrum voor woonwagens 1989.

3.Geef aan in hoeverre de ontwerp-regeling een centralisatie op het betrokken beleidsterrein inhoudt, vergeleken met de thans bestaande situatie. Motiveer daarbij tevens waarom niet kan worden volstaan met regulering door de lagere overheden of met zelfregulering.

Het Bouwbesluit impliceert een centralisatie van de tot nog toe gedecentraliseerde bevoegdheid om voorschriften te geven omtrent te bouwen en bestaande bouwwerken. Deze centralisatie is eerder in dit algemeen deel onder 1.3. gemotiveerd; kortheidshalve wordt hier volstaan met te verwijzen naar hetgeen ter zake is gesteld. De toepassing van de bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften blijft echter tot de competentie van de gemeenten behoren. Tot centralisatie van de onderhavige regelgeving is overgegaan omdat langs die weg kan worden gewaarborgd dat de nagestreefde doeleinden - met name eenheid en doorzichtigheid in de regelgeving op het terrein van de bouw - zullen worden gerealiseerd.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties