Subnavigatie
- Bouwbesluit 2012
- Integrale nota van toelichting van Bouwbesluit 2012
- Integrale toelichting samengesteld uit:
- Verantwoording
- 1 Inleiding
- 2 Grondslag en reikwijdte
- 3 Uitgangspunten
- 4 Indeling van het besluit
- 5 Systematiek en opbouw van de voorschriften
- 6 Inhoud van het besluit bouwtechnisch
- 7 Inhoud van het besluit, installaties
- 8 Inhoud van het besluit, gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
- 9 Inhoud van het besluit, bouw en sloopwerkzaamheden
- 10 Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, juridisch
- 11 Algemene delen van de nota van toelichting
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2011, 676
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2012, 441
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2013, 75
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2013, 244
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2013, 462
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2014, 51
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2014, 333
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2014, 342
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2014, 539
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2015, 92
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2015, 249.
- Algemeen deel nota van toelichting Staatsblad 2015, 425
- Algemeen deel van de nota van toelichting van Stb. 2016, 383
- Algemeen deel van de nota van toelichting van Stb. 2017, 268
- Algemeen deel van de nota van toelichting van Stb. 2017, 324
- Algemeen deel van de nota van toelichting van Stb. 2017, 494
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb 2018, 197
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb 2018, 380
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb 2019, 155
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb. 2019, 501
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb 2020, 84
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb 2020, 189
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb 2020, 348
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb 2020, 454
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb. 2021, 10
- Algemeen deel bij de nota van toelichting Stb. 2021, 147
- Algemeen deel van de nota van toelichting van Stb. 2021, 658
- Algemeen deel van de Nota van toelichting van Stb. 2022, 145
- Algemeen deel van de nota van toelichting van Stb. 2022, 184
- Algemeen deel van de Nota van toelichting van Stb. 2022, 360
- Algemeen deel van de Nota van toelichting van Stb. 2023, 88
- Algemeen deel van de Nota van toelichting van Stb. 2023, 288
- Artikelsgewijze toelichting
- Regeling Bouwbesluit 2012
- Nota van toelichting Regeling Bouwbesluit 2012
- Bouwbesluit 2003
- Nota van toelichting op Bouwbesluit 2003
- Regeling Bouwbesluit 2003
- Nota van toelichting op Regeling Bouwbesluit 2003
2.3 Zelfregulerende apparatuur voor het reguleren van temperatuur
Met dit wijzigingsbesluit is de verplichting uit EPBD III geïmplementeerd om zelfregulerende apparatuur voor het reguleren van de temperatuur per kamer of zone voor te schrijven. De zelfregulerende apparatuur moet automatisch de verwarmings- en koelingsoutput van de systemen voor ruimteverwarming en ruimtekoeling kunnen aanpassen op basis van wisselingen in de binnentemperatuur (thermostatisch) en eventuele andere parameters op basis van (handmatig) vooraf ingevoerde instellingen. Voorbeelden van apparatuur die aan de voorwaarden voldoen zijn een thermostatische radiatorknop, een kamerthermostaat, een thermostaat van een ventilatorconvector en gebouwautomatisering en -controlesystemen die de temperatuur kunnen reguleren per kamer of zone. Deze zelfregulerende apparatuur moet worden geïnstalleerd bij nieuwbouw of bij het vervangen van één van de centrale warmteopwekkers in bestaande bouw. Bij nieuwbouw moet de zelfregulerende apparatuur de systemen voor ruimteverwarming en ruimtekoeling kunnen aansturen. Bij vervanging van de centrale warmteopwekkers in bestaande bouw hoeft de zelfregulerende apparatuur alleen te worden toegepast op het systeem voor ruimteverwarming.
In beginsel moet de apparatuur de temperatuur kunnen reguleren per verblijfsruimte. In het geval dat meerdere aan elkaar grenzende verblijfruimtes onderdeel uitmaken van hetzelfde thermische gebied mag de zelfregulerende apparatuur ook de temperatuur per verblijfsgebied reguleren. Zelfregulerende apparatuur hoeft niet te worden toegepast bij gebouwen of verblijfruimtes of -gebieden in gebouwen die niet worden verwarmd of gekoeld. Ook hoeft de zelfregulerende apparatuur bij verbouw niet te worden toegepast als de meerkosten voor het aanbrengen van zelfregulerende apparatuur meer dan 20% zijn van de totale installatiekosten van het (gedeeltelijk) vernieuwen of het veranderen of vergroten van het verwarmings- of koelingssysteem. Bij bestaande gebouwen die zijn aangesloten op stadsverwarming moet zelfregulerende apparatuur worden geïnstalleerd wanneer de afleverset wordt vervangen.