Bouwbesluit Online 2012


2.8 Overige onderdelen van de EPBD III

Met dit wijzigingsbesluit wordt invulling gegeven aan de verplichtingen die voortvloeien uit EPBD III. Een aantal onderdelen uit EPBD III worden niet geïmplementeerd met dit wijzigingsbesluit. Hieronder wordt dit per onderdeel nader toegelicht.

2.8.1Elektronische monitoring

EPBD III geeft de mogelijkheid om een verplichting voor elektronische monitoring van installaties in woongebouwen op te leggen. Hier is niet voor gekozen, omdat dit naar verwachting tot extra lasten leidt voor gebouweigenaren zonder dat daar, in de meeste gevallen, duidelijke voordelen tegenover staan, zoals ontheffing van de verplichting tot het regelmatig laten keuren van installaties.

2.8.2Langetermijn renovatiestrategie

EPBD III schrijft voor dat de lidstaten een lange termijn renovatiestrategie voor het nationale gebouwenbestand opstellen. Hiervoor dient een stappenplan met maatregelen en voortgangsindicatoren te worden vastgelegd, met het oog op de lange termijn doelstelling voor 2050 om een in hoge mate energie-efficiënt en koolstofvrij nationaal gebouwenbestand tot stand te brengen. De lange termijnstrategie zal in Nederland gebaseerd worden op bestaand beleid, het Regeerakkoord en het Klimaatakkoord. Eventuele wijzigingen in de regelgeving die voortvloeien uit het Regeerakkoord of Klimaatakkoord zullen via aparte regelgevingstrajecten worden doorgevoerd en maken daarom geen deel uit van de implementatie van de herziening van Europese richtlijn Energieprestatie van Gebouwen. De lange termijn renovatiestrategie zal naar verwachting eind 2019 worden gerapporteerd aan de Europese Commissie als onderdeel van het Integraal Nationaal Energie en Klimaat Actieplan (INEK).

2.8.3Smart readiness indicator

EPBD III introduceert een «smart readiness indicator» voor de waardering van de mate waarin gebouwen gereed zijn voor slimme toepassingen die de energieprestatie van gebouwen kunnen verbeteren. Het gaat om een facultatieve gemeenschappelijke Unieregelgeving, waarin de definitie en berekeningsmethode voor de indicator worden vastgelegd. Momenteel werkt een studieteam in opdracht van de Commissie aan de technische uitwerking van de indicator en onderzoekt het de mogelijkheden voor implementatie. De wijziging behoeft geen aanpassing van regelgeving. De Unieregelgeving is nog niet vastgesteld en voor lidstaten is het gebruik van het systeem optioneel.

2.8.4Financiële maatregelen

EPBD III schrijft voor dat lidstaten hun financiële maatregelen voor verbetering van de energie-efficiëntie bij renovatie van gebouwen koppelen aan een of meer criteria in de richtlijn. De wijziging behoeft geen aanpassing van regelgeving, omdat de bepaling van toepassing is op nieuwe financiële maatregelen. Overigens is geconstateerd dat de bestaande maatregelen al voldoen. Bij nieuwe regelingen zal rekening gehouden worden met de criteria.

2.8.5Energielabeldatabase

EPBD III bevat een aantal bepalingen over (de beschikbaarheid en herleidbaarheid van) gegevens in de databank voor energieprestatiecertificaten. De wijziging behoeft geen aanpassing van regelgeving. EP-Online is de officiële landelijke database waarin energie-indexen en energielabels worden geregistreerd. Met RVO, de beheerder van de database, wordt bekeken of aanpassingen nodig zijn. Er wordt momenteel al gewerkt aan aanpassing van de database vanwege de introductie van de eisen voor bijna energie-neutrale nieuwbouw.

2.8.6Informatievoorziening

EPBD III schrijft voor dat lidstaten informatie verstrekken aan eigenaren of huurders van gebouwen over onder andere energieprestatiecertificaten, kostenefficiënte maatregelen en financiële instrumenten om de energieprestatie van het gebouw te verbeteren. De wijziging behoeft geen aanpassing van regelgeving. Nederland geeft hier al invulling aan middels websites (Rijksoverheid, RVO, Milieu Centraal), het energielabel en energieloketten. In het Klimaatakkoord wordt gesproken over een Digitaal Platform, waarop al deze informatie samenkomt.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties