Bouwbesluit Online 2012


Artikel 1.2.

De aanduiding gemeenschappelijk wordt gebruikt bij gedeelten van een bouwwerk, ruimte of voorzieningen die ten dienste staan van twee of meer gebruiksfuncties. Dit kunnen zowel verschillende soorten gebruiksfuncties zijn als twee of meer gebruiksfuncties van dezelfde soort. Als gemeenschappelijke ruimte voor twee of meer gebruiksfuncties van de zelfde soort is bijvoorbeeld aan te merken een gezamenlijke badruimte van een aantal studentenwoningen in een studentenflat als deze is aangevraagd als woongebouw. Alleen indien dat bij het desbetreffende voorschrift uitdrukkelijk is aangegeven, mag een ruimte of voorziening gemeenschappelijk zijn. De gewijzigde begripsomschrijving van een gemeenschappelijke ruimte leidt er toe dat niet langer in de bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften behoeft te worden gesproken van een algemene ruimte in het geval twee of meer gebruiksfuncties, niet zijnde een woonfunctie of logiesfunctie, op die ruimte zijn aangewezen. Ook in het geval een woning of een logiesverblijf tezamen met een andere gebruiksfunctie zijn aangewezen op een zelfde ruimte, is sprake van een gemeenschappelijke ruimte. Van een ruimte of onderdeel van een gebouw moet worden aangegeven van welke gebruiksfunctie deze deel uitmaakt. Daarbij worden, zoals aangegeven bij de uitleg van het begrip “gebruiksfunctie” in aritkel 1.1, eerste lid, een woonfunctie, een celfunctie en een logiesfunctie anders benaderd dan de andere gebruiksfuncties. Pas nadat duidelijk van welke gebruiksfuncties een ruimte of onderdeel deel uitmaakt is bekend welke voorschriften op die ruimte of dat onderdeel van toepassing zijn. Wanneer dat twee of meer voorschriften zijn, kan het zijn dat de zwaarste eis geldt of dat de voorschriften moeten worden gecombineerd tot een nieuw voorschrift. Uit de artikeltekst van het Bouwbesluit 2003 is dat niet altijd duidelijk.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties