Afdeling 5.15. Inrichtingseisen
§ 5.15.1. Nieuwbouw
Artikel 5.55
Een buiten de bebouwde kom gelegen te bouwen wegtunnel voor twee rijrichtingen met een tunnellengte van meer dan 250 m heeft ten minste twee wegtunnelbuizen.
Artikel 5.56
Een te bouwen wegtunnelbuis met een tunnellengte van meer dan 250 m heeft een rijbaanvloer met een helling van ten hoogste 1 : 20.
Artikel 5.57
Een te bouwen wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m heeft een voorziening die een uit oogpunt van verkeersveiligheid voldoende geleidelijke overgang van daglicht naar kunstlicht waarborgt.
Artikel 5.58
Een te bouwen wegtunnelbuis met een tunnellengte van meer dan 250 m heeft, voor een doelmatige doorgang voor wegvoertuigen, een vloer met een breedte van ten minste 7 m en een hoogte boven die breedte van ten minste 4,2 m.
§ 5.15.2. Bestaande bouw
Artikel 5.59
Een buiten de bebouwde kom gelegen bestaande wegtunnel voor twee rijrichtingen met een tunnellengte van meer dan 250 m heeft ten minste twee wegtunnelbuizen.
Artikel 5.60
Een buiten de bebouwde kom gelegen bestaande wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m heeft een voorziening die een uit oogpunt van verkeersveiligheid voldoende geleidelijke overgang van daglicht naar kunstlicht waarborgt.