Artikel 5.6
gebruiksfunctie
|
leden van toepassing
|
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
artikel
|
||||||
lid
|
||||||
1
|
Woonfunctie
|
|||||
a
|
woonfunctie van een woonwagen
|
–
|
–
|
|||
b
|
andere woonfunctie
|
–
|
–
|
|||
2
|
Bijeenkomstfunctie
|
–
|
–
|
|||
3
|
Celfunctie
|
–
|
–
|
|||
4
|
Gezondheidszorgfunctie
|
–
|
–
|
|||
5
|
Industriefunctie
|
–
|
–
|
|||
6
|
Kantoorfunctie
|
–
|
–
|
|||
7
|
Logiesfunctie
|
|||||
a
|
een niet-verwarmde logiesfunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|
b
|
een verwarmde logiesfunctie
|
–
|
–
|
|||
8
|
Onderwijsfunctie
|
–
|
–
|
|||
9
|
Sportfunctie
|
–
|
–
|
|||
10
|
Winkelfunctie
|
–
|
–
|
|||
11
|
Overige gebruiksfunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|
12
|
Bouwwerk geen gebouw zijnde
|
–
|
–
|
–
|
–
|
1.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het gedeeltelijk veranderen of het vergroten van een bouwwerk afwijken van artikel 5.2, eerste tot en met derde lid, voor de ten minste aan te houden warmteweerstand tot een niveau dat niet meer dan 1,2 m².K/W lager is. Voor ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructie-onderdelen geldt geen voorschrift voor de warmtedoorgangscoëfficiënt.
2.
Het bevoegd gezag wijkt bij een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het geheel vernieuwen van een bouwwerk niet af van de artikelen 5.2 tot en met 5.5.
3.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het geheel of gedeeltelijk veranderen of het vergroten van een woonwagen afwijken van artikel 5.2, vierde lid, voor de ten minste aan te houden warmteweerstand tot een niveau dat niet meer dan 1 m².K/W lager is. Voor ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructie-onderdelen geldt geen voorschrift voor de warmtedoorgangscoëfficiënt.
4.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het geheel of gedeeltelijk veranderen of het vergroten van een woonwagen afwijken van artikel 5.4 tot een niveau dat niet meer dan 4 lager is.