U bevindt zich op: Home › Bouwbesluit 2012 › Hoofdstuk 2. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid › Afdeling 2.3. Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan › § 2.3.1. Nieuwbouw › Artikel 2.18. Hoogte › 4.
Subnavigatie
- Bouwbesluit 2012
- Opschrift
- Aanhef
- Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
- Hoofdstuk 2. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid
- Afdeling 2.1. Algemene sterkte van de bouwconstructie
- Afdeling 2.2. Sterkte bij brand
- Afdeling 2.3. Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan
- Afdeling 2.4. Overbrugging van hoogteverschillen
- Afdeling 2.5. Trap
- Afdeling 2.6. Hellingbaan
- Afdeling 2.7. Beweegbare constructieonderdelen
- Afdeling 2.8. Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie
- Afdeling 2.9. Beperking van het ontwikkelen van brand en rook
- Afdeling 2.10. Beperking van uitbreiding van brand
- Afdeling 2.11. Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook
- Afdeling 2.12. Vluchtroutes
- Afdeling 2.13. Hulpverlening bij brand
- Afdeling 2.14. Hoge en ondergrondse gebouwen, nieuwbouw
- Afdeling 2.15. Inbraakwerendheid, nieuwbouw
- Afdeling 2.16. Veiligheidszone en plasbrandaandachtsgebied, nieuwbouw
- Afdeling 2.17. Aanvullende regels tunnelveiligheid
- Hoofdstuk 3. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid
- Hoofdstuk 4. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid
- Hoofdstuk 5. Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu
- Hoofdstuk 6. Voorschriften inzake installaties
- Hoofdstuk 7. Voorschriften inzake het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
- Hoofdstuk 8. Bouw- en sloopwerkzaamheden
- Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen
- Bijlage I. brandmeldinstallaties
- Integrale nota van toelichting van Bouwbesluit 2012
- Regeling Bouwbesluit 2012
- Nota van toelichting Regeling Bouwbesluit 2012
- Bouwbesluit 2003
- Nota van toelichting op Bouwbesluit 2003
- Regeling Bouwbesluit 2003
- Nota van toelichting op Regeling Bouwbesluit 2003
4.
In afwijking van het eerste lid, heeft een vloerafscheiding een vanaf de vloer gemeten hoogte van ten minste 0,7 m, indien de som van die hoogte en de breedte van de bovenregel ten minste 1,1 m is.