3.
Een terreinleiding waardoor huishoudelijk afvalwater wordt geleid:
-
a.
heeft geen vernauwing in de stroomrichting;
-
b.
heeft een vloeiend beloop;
-
c.
is waterdicht;
-
d.
heeft een voldoende inwendige middellijn, en
-
e.
bevat geen beer- of rottingput.