Afdeling 1.3 Voorzieningen voor elektriciteit, noodstroom, gas en water
Artikel 1.3 tot en met 1.5
De bouwtechnische voorschriften voor elektriciteit of noodstroom worden nu in deze regeling vermeld. De voorheen in het besluit genoemde model-aansluitvoorwaarden voor elektrische energie van EnergieNed bevatten niet langer bouwtechnische voorschriften. Nadere aanwijzingen van NEN-normen of onderdelen daarvan door middel van een publicatie in het blad Stroomlijn zijn hiermee overbodig geworden.
Het voorschrift in artikel 1.3 is bedoeld voor nieuwbouw en het voorschrift in artikel 1.4 voor bestaande bouw.
Het derde lid van artikel 1.3 (vanaf 21 mei 2009 is dat het tweede lid) regelt leidingdoorvoeren, waaronder een mantelbuis, bij elektriciteitsvoorzieningen. Deze voorschriften zijn materieel afkomstig uit hoofdstuk 4 (bruikbaarheid) van het Bouwbesluit 2003. De aanwezigheid van deze doorvoeren is echter vooral uit het oogpunt van veiligheid voorgeschreven (zie ook de toelichting op artikel I, onderdeel DDDDDDD van Stb. 2005, 1). Daarom vallen deze voorschriften voortaan onder de 'veiligheidseisen' als bedoeld in artikel 2.49 van het Bouwbesluit 2003, waarvan de nadere uitwerking voorlopig in artikel 1.3 van de regeling is opgenomen. Voor de veiligheid van een standaardvoorziening voor elektriciteit ten behoeve van huishoudelijk gebruik werd in artikel 1.4 voor de bestaande bouw tot september 2005 uitsluitend verwezen naar NEN 1010, uitgave 1962. Met toepassing van de norm uit 1962 werd evenals voor alle andere onderwerpen geen recht gedaan aan de ontwikkeling van het veiligheidsniveau sinds 1962 (bijvoorbeeld aardlekschakelaar en kleurcodes van de bedrading). In de voormalige Model aansluitvoorwaarden van de Vereniging van Exploitanten van Elektriciteitsbedrijven in Nederland werd voorgeschreven dat installaties die na 1962 zijn aangelegd ten minste moeten voldoen aan de op het tijdstip van aanleg geldende voorschriften. Op zich was dit een overbodig voorschrift omdat vanwege algemene rechtsbeginselen het rechtens verkregen niveau niet mag worden onderschreden.
Met de verwijzing naar de meer recente NEN 1010 zoals aangestuurd in bijlage I, is per 1 september 2005 ook deel 9 van de norm van toepassing. In dit deel zijn voorschriften voor bestaande bouw, dus ook voor na 1962 aangelegde installaties van bouwwerken, opgenomen. Met het aansturen van deze meer recente NEN 1010 is het vermeende gat in de regelgeving, dat ontstond toen de Model aansluitvoorwaarden niet meer werden aangewezen (1 januari 2003), ongedaan gemaakt. Deze wijze van regulering betekent een doorbreking van de standaard aangehouden systematiek.
Met de aansturing van NEN 1010, versie 2007, is niet langer sprake van afzonderlijke delen en dus ook niet langer van deel 9. De voorschriften die gelden voor een elektrische installatie in een bestaand bouwwerk zijn nu geïntegreerd in lopende tekst van NEN 1010.
Artikel 1.5 zag tot 21 mei 2009 voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw toe op de situaties met risico op gas- en stofontploffing. Per 21 mei 2009 zijn deze voorschriften vervallen.
Deze voorschriften (artikel 1.3 en 1.4) omvatten nagenoeg dezelfde eisen als voorheen in de genoemde model-aansluitvoorwaarden en aanwijzingen voor elektriciteit of noodstroom waren opgenomen. Het bodemniveau voor de bestaande bouw is echter, na overleg met EnergieNed, iets meer op de praktijk toegesneden. Voor een voorziening voor elektriciteit voor hoge spanning in de bestaande bouw, wordt als minimumniveau verwezen naar een voorloper van de NEN-norm verwezen, die al in de oorlogsjaren werd gepubliceerd en gedurende enige decennia voor nieuwbouw van kracht is geweest (V 1041).
Met het oog op de vermindering van regeldruk is het voorschrijven van specifieke voorzieningen voor elektriciteit, naast de standaardvoorzieningen voor elektriciteit, vervallen. Dit betekent dat de voorschriften voor apparatuur voor medisch onderzoek (artikelen 1.3 en 1.4) en voor elektrisch materiaal bij een risico voor gasontploffing of stofontploffing (artikel 1.5) vervallen. NEN 1010 en NPR 5310 kunnen hier voor de bouwregelgeving reeds afdoende in voorzien, zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw.
Om deze reden is de aansturing van de in deze voorschriften genoemde normen NEN 3134, NEN-EN-IEC 60079-14, NEN-EN-IEC 61241-14 en NEN-EN-IEC 61241-17 ook in bijlage I vervallen.
Artikel 1.6 en 1.7
Evenals bij de voorziening voor elektriciteit en noodstroom, worden de eisen voor een voorziening voor gas nu in deze regeling vermeld. Met deze directe aanwijzing zijn nadere aanwijzingen van NEN-normen of onderdelen daarvan in het blad Gaswijs voor toepassing van het Bouwbesluit niet meer relevant. Het voorschrift in artikel 1.6 is bedoeld voor nieuwbouw en het voorschrift in artikel 1.7 voor bestaande bouw.
Deze voorschriften omvatten dezelfde eisen als voorheen in de genoemde Model-aansluitvoorwaarden en aanwijzingen voor gas, behoudens de aansturing van NEN 2078. Abusievelijk was dit normblad vanaf 1998 voor het besluit niet aangestuurd.
Het derde lid van artikel 1.6 regelt voorschriften voor leidingdoorvoeren, waaronder een mantelbuis, bij gasvoorzieningen. Deze voorschriften zijn materieel afkomstig uit hoofdstuk 4 (bruikbaarheid) van het Bouwbesluit 2003. De aanwezigheid van deze doorvoeren is vooral uit het oogpunt van veiligheid voorgeschreven (zie ook de toelichting op artikel I, onderdeel DDDDDD, van Stb. 2005, 1). Daarom vallen deze voorschriften voortaan onder de 'veiligheidseisen' als bedoeld in artikel 2.71 van het Bouwbesluit 2003, waarvan de nadere uitwerking voorlopig in artikel 1.6 van de regeling is opgenomen.
Voor de veiligheid van een standaardvoorziening van gas voor huishoudelijk gebruik in de bestaande bouw werd tot september 2005 wegens het ontbreken van een geschikt normblad verwezen naar het document 'Bodemniveau Gasinstallaties'. Sedertdien geldt NEN 8078.
Artikel 1.8 en 1.9
Evenals bij elektriciteit, noodstroom en gas worden de bouwtechnische eisen voor een voorziening voor drinkwater en warmwater nu direct aangewezen in deze regeling.
Het voorschrift in artikel 1.8 is bedoeld voor nieuwbouw en het voorschrift in artikel 1.9 voor bestaande bouw.
De in NEN 2000 aangestuurde uitgave van normblad NEN 1006 is niet voldoende afgestemd op het Bouwbesluit 2003. Op grond van artikel 2 van de Woningwet zijn voor toepassing in het kader van het besluit alleen de bouwtechnische eisen voor drinkwater of warmwater van belang. NEN is thans bezig met een herziening van het normblad.
Omdat de in NEN 2000 aangestuurde uitgave van het normblad NEN 1006 te hoge eisen stelt voor de bestaande bouw is daarvoor in deze regeling de uitgave van 1981, inclusief correctieblad van juni 1990, aangewezen.