Bouwbesluit Online 2012


Afdeling 1.4 CE-markeringen

Artikel 1.10

Dit artikel regelt de publicatie van aan CE-markeringen gerelateerde normen, richtlijnen en specificaties.

De Europese Commissie heeft in overleg met de lidstaten een procedure afgesproken voor de bekendmaking van de Europese technische specificaties en de overgangsperioden voor het gebruik van de CE-markering. Een en ander is vastgelegd in het Guidance paper J; Transitional arrangements under the Construction Products Directive (Construct 2001/477, 22 mei 2001).

In het tweede lid is het moment van bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant aangegeven voor Europese geharmoniseerde normen, voor Nederlandse normen waarin deze normen zijn getransponeerd, en voor door lidstaten vastgestelde technische specificaties ten aanzien waarvan de Europese Commissie heeft medegedeeld dat deze in overeenstemming zijn met de in de richtlijn bouwproducten bedoelde voorschriften. Voor de Europese geharmoniseerde normen (hEN's) of Nederlandse normen waarin de Europese geharmoniseerde normen zijn getransponeerd (NEN-EN), gebeurt dit op het moment dat de Europese Commissie de hEN's heeft gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Voor de technische goedkeuringsrichtlijnen geschiedt dit binnen een redelijke termijn nadat deze richtlijnen door de Europese Commissie aan de lidstaten bekend zijn gemaakt. In het hierboven genoemde Guidance paper J wordt hiervoor een termijn van ten hoogste negen maanden genoemd.

Nadere informatie over de CE-markering is te vinden op de website www.vrom.nl en te verkrijgen bij het Nederlands normalisatie instituut NEN te Delft en de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) te Rijswijk (ZH).

Artikel 1.11

Ter uitvoering van Europese afspraken inzake overgangsperioden voor de CE-markering op bouwproducten zijn in dit artikel de rechten en verplichtingen van de fabrikant en zijn vertegenwoordiger opgenomen.

In het eerste lid is vastgelegd wanneer producenten de CE-markering op hun bouwproducten moeten aanbrengen, voor zover de Europese technische specificaties op die producten betrekking hebben. Het na de in dit lid aangegeven ingangsdatum in de handel brengen van bouwproducten die niet zijn voorzien van de CE markering, is strafbaar ingevolge artikel 1.8 van het Bouwbesluit 2003.

In het tweede lid is aangegeven wanneer de CE-markering mag worden aangebracht.

Het derde lid betreft de Europese technische goedkeuringen. Zodra de goedkeurings-richtlijnen bekend zijn gemaakt aan de lidstaten, kan op basis van de Europese goedkeuring de CE-markering op het bouwproduct worden aangebracht.

In het vierde lid is aangegeven dat zodra voor een product een conformiteitsverklaring of een conformiteitscertificaat is afgegeven de in die verklaring aangegeven specificaties als juist moeten worden aangemerkt en derhalve voor toepassing zijn toegelaten. Voor de lijst van Europese technische goedkeuringen op basis van CUAP's, als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de richtlijn, wordt verwezen naar de website van EOTA: www.eota.be.

Artikel 1.12 tot en met 1.14

Artikel 1.12 regelt de aanwijzing van certificatie- en inspectie-instellingen en testlaboratoria.

Artikel 1.13 geeft nadere voorschriften waaraan deze instellingen moeten voldoen.

In artikel 1.14 zijn de verplichtingen van deze instellingen jegens de rijksoverheid opgenomen.

Artikel 1.15

Dit artikel regelt dat de minister bouwproducten kan aanwijzen waarvoor het verbod tot het op de eigen markt in de handel brengen zonder CE-markering niet geldt.

Artikel 1.16

Het eerste lid omvat de verplichting voor de minister van VROM om jaarlijks een overzicht bekend te maken van de in artikel 1.12, eerste lid nieuw aangewezen onafhankelijke deskundige instellingen die de in de richtlijn bouwproducten bedoelde taken uitvoeren. Dit betreft de zogeheten Notified Bodies. Deze moeten niet worden verward met de Approval Bodies die de minister van VROM aanwijst op grond van artikel 10, eerste lid, van de richtlijn bouwproducten. Deze laatste stellen de technische goedkeuringen op en hebben daartoe met de minister van VROM een privaatrechtelijke overeenkomst opgesteld.

Op grond van het tweede lid moet de minister van VROM een overzicht geven van de in artikel 1.15 bedoelde bouwproducten en van bouwproducten die geen of slechts een geringe invloed hebben op de veiligheid en volksgezondheid (artikel 4, vijfde lid, van de richtlijn bouwproducten).

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties