Bouwbesluit Online 2012

4.

Bij toepassing van het eerste tot en met derde lid gelden de volgende uitgangspunten:

  1. a.

    berekeningen worden uitgevoerd in tijdstappen van 30 seconden;

  2. b.

    bij het begin van het vluchten wordt aangenomen dat alle personen in het subbrandcompartiment zich nabij de uitgangen van dat compar-timent bevinden en tegelijkertijd beginnen te vluchten;

  3. c.

    vluchtroutes worden tijdens het vluchten alleen in een richting benut;

  4. d.

    door doorgangen en over trappen voeren de vluchtroutes niet in tegenovergestelde richting;

  5. e.

    bij samenkomende vluchtroutes wordt de beschikbare doorstroom- en opvangcapaciteit op de volgende wijze verdeeld:

    1. 1°.

      bij samenkomst in een trappenhuis wordt 50% van de beschikbare capaciteit toegedeeld aan het bovengelegen deel van het trappenhuis. De resterende 50% wordt verdeeld over de doorstroomcapaciteit van de toegangen op die bouwlaag tot het trappenhuis;

    2. 2°.

      bij samenkomst in een ruimte, maar geen trappenhuis, wordt de capaciteit evenredig verdeeld over de doorstroomcapaciteit van de toegangen tot die ruimte; en

    3. 3°.

      als de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de ruimte vanuit een of meer toegangen van die ruimte of het bovengelegen deel van het trappenhuis niet volledig wordt benut, wordt de restcapaciteit op de onder 1° en 2° beschreven wijze verdeeld over de resterende toegangen en het bovengelegen deel van het trappenhuis;

  6. f.

    het hoogteverschil tussen bouwlagen in het trappenhuis is ten minste 2,1 m en ten hoogste 4 m;

  7. g.

    de daalsnelheid is 30 seconden per bouwlaag voor zover de vluchtroute over een trap of door een trappenhuis voert;

  8. h.

    de opvangcapaciteit van een trap is 0,5 persoon per trede, voor zover de breedte van de trap niet groter is dan 1,1 m;

  9. i.

    de opvangcapaciteit van een trap is 0,9 persoon per trede per m breedte van die trede, voor zover de breedte van de trap groter is dan 1,1m en de breedte van het tredevlak groter is dan 0,17 m;

  10. j.

    de opvangcapaciteit van een vloer of hellingbaan is ten hoogste vier personen per m² vrije vloeroppervlakte;

  11. k.

    het gestelde in artikel 2.108, waarbij voor «personen» wordt gelezen: personen per minuut;

  12. l.

    het gestelde in artikel 6.25, derde lid, waarbij voor «37 personen» wordt gelezen: 37 personen per minuut;

  13. m.

    in afwijking van onderdeel l geldt het gestelde in artikel 6.25, derde lid, onverkort als in de ruimte voor de deur tijdens een tijdstap meer dan 37 personen aanwezig zijn;

  14. n.

    brand ontstaat niet op twee of meer plaatsen tegelijk;

  15. o.

    in ieder subbrandcompartiment kan brand ontstaan; en

  16. p.

    de opvang- en doorstroomcapaciteit van vluchtroutes die door het bedreigde subbrandcompartiment voeren blijven buiten beschouwing.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties