Artikel 3.50. Capaciteit
1.
Een voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht voor een opstelplaats voor een verbrandingstoestel met een nominale belasting van meer dan 130 kW heeft een zodanige capaciteit, dat de verbranding doeltreffend kan plaatsvinden.
2.
Een voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht voor een verbrandingstoestel met een nominale belasting van niet meer dan 130 kW heeft ten minste de volgens tabel 3.50.1 benodigde capaciteit, bepaald volgens NEN 1087.
verbrandingstoestel |
benodigde capaciteit van de toevoer van verbrandingslucht per kW nominale belasting |
|
---|---|---|
brandstof |
[m³/s] |
|
gesloten vuur met trekonderbreker |
aardgas/butaan/propaan |
0,78 . 10-3 |
open vuur (blokkenvuurtoestel type II) |
aardgas |
3,35 . 10-3 |
gesloten vuur, met ventilator, zonder trekonderbreker |
aardgas/butaan/propaan |
0,38 . 10-3 |
gesloten vuur |
olie |
0,32 . 10-3 |
gesloten vuur |
kolen |
0,52 . 10-3 |
open vuur, vaste brandstof (open haard) |
vaste brandstof |
2,8 . 10-3 |
3.
Een voorziening voor de afvoer van rookgas voor een opstelplaats voor een verbrandingstoestel heeft een volgens NEN 2757 bepaalde capaciteit die niet kleiner is dan de met formule 3.50 bepaalde normaalvolumestroom van het rookgas.
qvn= B × 0,27 × 10-3 x n' |
|
waarin: |
|
qvn |
is de normaalvolumestroom in m³/s; |
---|---|
B |
is de nominale belasting van het toestel, in kW; |
n' |
is de «rekenwaarde verdunningsfactor van rookgas» zoals aangegeven in tabel 3.50.2 |
verbrandingstoestel |
rekenwaarde verdunningsfactor van rookgas (n') |
||
---|---|---|---|
afvoer zonder ventilator |
afvoer met ventilator |
||
brandstof |
[–] |
[–] |
|
gesloten vuur, zonder ventilator, met trekonderbreker |
aardgas/butaan/propaan |
3,0 |
5,0 |
open vuur, zonder ventilator (blokkenvuurtoestel type II) |
aardgas |
12,5 |
12,5 |
gesloten vuur, zonder ventilator |
olie (HBO I) |
1,3 |
2,6 |
gesloten vuur, zonder ventilator |
kolen, hout |
2,0 |
4,0 |
open vuur, zonder ventilator |
vaste brandstof |
10,0 |
10,0 |
4.
In afwijking van het derde lid heeft een voorziening voor de afvoer van rookgas voor een opstelplaats voor een open verbrandingstoestel met ventilator een volgens NEN 2757 bepaalde capaciteit die niet kleiner is dan de door de toestelventilator opgewekte volumestroom.
5.
Een combinatie luchttoevoer- verbrandingsgasafvoersysteem heeft een volgens NEN 2757 bepaald positief drukverschil tussen het afvoerkanaal voor rookgas en het toevoerkanaal voor verbrandingslucht.
6.
Een combinatie van een voorziening voor de afvoer van rookgas met een voorziening voor de afvoer van binnenlucht heeft een volgens NEN 2757 bepaalde capaciteit die gelijk is aan de hoogste waarde die geldt voor de afzonderlijke voorzieningen.