Artikel 5.9. Duurzaam bouwen
gebruiksfunctie
|
leden van toepassing
|
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
artikel
|
|||||||
lid
|
|||||||
1
|
Woonfunctie
|
||||||
a
|
woonwagen
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
|
b
|
andere woonfunctie
|
–
|
–
|
–
|
|||
6
|
Kantoorfunctie
|
–
|
|||||
Alle niet hierboven genoemde gebruiksfuncties
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
1.
Een gebruiksfunctie heeft een milieuprestatie van ten hoogste 0,8 bepaald volgens de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken.
2.
Een kantoorgebouw heeft een milieuprestatie van ten hoogste 1 bepaald volgens de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing op een kantoorgebouw als de totale gebruiksoppervlakte aan kantoorfuncties en nevenfuncties daarvan in het kantoorgebouw of in het gebouw waarvan het kantoorgebouw deel uitmaakt kleiner is dan 100 m².
4.
Het tweede lid is niet van toepassing op een kantoorgebouw dat deel uitmaakt van een gebouw met andere gebruiksfuncties dan een kantoorfunctie of nevenfunctie daarvan.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het in het eerste en tweede lid bepaalde.