Artikel 6.36. Brandweeringang
gebruiksfunctie
|
leden van toepassing
|
||||
---|---|---|---|---|---|
artikel
|
|||||
lid
|
|||||
1
|
Woonfunctie
|
||||
2
|
Bijeenkomstfunctie
|
||||
3
|
Celfunctie
|
||||
4
|
Gezondheidszorgfunctie
|
||||
5
|
Industriefunctie
|
||||
6
|
Kantoorfunctie
|
||||
7
|
Logiesfunctie
|
||||
a
|
in een logiesgebouw
|
||||
b
|
andere logiesfunctie
|
||||
8
|
Onderwijsfunctie
|
||||
9
|
Sportfunctie
|
||||
10
|
Winkelfunctie
|
||||
11
|
Overige gebruiksfunctie
|
||||
12
|
Bouwwerk geen gebouw zijnde
|
||||
a
|
wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m
|
||||
b
|
ander bouwwerk geen gebouw zijnde
|
1.
Een bouwwerk voor het verblijven van personen heeft een brandweeringang. Dit geldt niet indien de aard, de ligging of het gebruik van het bouwwerk dat naar het oordeel van het bevoegd gezag niet vereist.
2.
Indien een bouwwerk dat op grond van het eerste lid een brandweeringang moet hebben meerdere toegangen heeft, worden in overleg met de brandweer een of meer van die toegangen als brandweeringang aangewezen.
3.
In een bouwwerk met een brandmeldinstallatie met doormelding als bedoeld in artikel 6.20, eerste lid, wordt een brandweeringang bij een brandmelding automatisch ontsloten of ontsloten met een systeem dat in overleg met de brandweer is bepaald.