Bouwbesluit Online 2012


Artikel 6.36 Brandweeringang

Om een snelle en adequate inzet mogelijk te maken, moet de brandweer een bouwwerk op eenvoudige wijze kunnen betreden. Het is daarom van groot belang dat de brandweer direct weet waar het gebouw kan worden betreden.

Het eerste lid geeft aan dat een gebouw en een bouwwerk geen gebouw zijnde waarin personen kunnen verblijven, een brandweeringang moet hebben. Een brandweeringang is niet nodig indien het bevoegd gezag dat gezien de aard, de ligging of het gebruik van het bouwwerk niet nodig vindt.

Indien het gebouw/bouwwerk meerdere toegangen heeft, worden op grond van het tweede lid in overleg met de brandweer een of meer van die toegangen als brandweeringang aangewezen. De brandweer zal hierbij rekening houden met de mogelijkheden om vanaf de specifieke toegang of toegangen de brandweerinzet goed te kunnen organiseren en uitvoeren.

In het derde lid zijn eisen gesteld aan het ontsluitingsmechanisme van de brandweeringang. Deze ingang moet bij brand of automatisch open gaan of kunnen worden geopend met een systeem dat in overleg met de brandweer is bepaald, bijvoorbeeld met een «brandweersleutel». Het derde lid is uitsluitend van toepassing op de in het eerste lid bedoelde gebouwen voor zover die een brandmeldinstallatie met verplichte doormelding naar de regionale alarmcentrale van de brandweer hebben (zie ook artikel 6.20).

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties