Bouwbesluit Online 2012


Artikel 1.1

Met het begrip rijbaanvloer is de vloeroppervlakte van de tunnel waarop de voor een wegtunnel kenmerkende activiteit (verkeersafwikkeling) plaatsvindt gedefinieerd. De noodzakelijk voorzieningen van de tunnel, zoals de aanwezigheid van nooduitgangen of de capaciteit van de ventilatie, moeten op die rijbaanvloer zijn afgestemd.

De begripsbepaling wegtunnelbuis is opgenomen om onderscheid te kunnen maken tussen een tunnelbuis voor het wegverkeer en een tunnelbuis voor andere doeleinden.

Hierbij kan gedacht worden aan een tunnelbuis voor zogenoemd dienstgebruik of voor vluchten, maar ook aan een tunnelbuis voor bijvoorbeeld voetgangers of fietsers. Opgemerkt wordt dat het noodzakelijk is gebleken om zowel de tunnellengte als de tunnelbuislengte te definieren. Een afzonderlijke tunnelbuis kan minder lang zijn dan de wegtunnel waarvoor de lengte van de langste wegtunnelbuis bepalend is.

Bij het bepalen van de tunnelbuislengte wordt, net als bij het bepalen van de tunnellengte (begripsbepaling opgenomen in het Bouwbesluit 2003), uitgegaan van het ‘omsloten gedeelte’. In de bouwregelgeving is geen definitie van ‘omsloten’ opgenomen. In beginsel zal het omsloten gedeelte van de tunnelbuis zich uitstrekken van tunnelbuismond tot tunnelbuismond.

In een enkel geval kan het omsloten gedeelte van de tunnelbuis ook achter de tunnelbuismond beginnen, bijvoorbeeld indien er zich in het dak van de tunnelbuis of de wand voldoende grote openingen bevinden om de bij een brand ontstane rook en hitte in voldoende mate af te voeren. Dit is met name het geval indien capaciteit van de toevoer van verse lucht en de afvoer van rook zodanig zijn, dat er in dat gedeelte van de wegtunnelbuis kan worden gesproken van een niet-besloten ruimte. Wanneer er bij een aanvraag om bouwvergunning sprake is van een ‘omsloten gedeelte’ is uiteindelijk ter beoordeling van de gemeente.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties