Bouwbesluit Online 2012


Afdeling 5.13 Luchtverversing van overige ruimten

§ 5.13.1Nieuwbouw

Artikel 5.48

Met dit artikel is voldaan aan het voorschrift uit de richtlijn tunnelveiligheid, dat er een ventilatiesysteem moet zijn dat voorziet in de beheersing van de emissie van verontreinigende stoffen bij normaal verkeer en tijdens verkeerspieken, de beheersing van de emissie van verontreinigende stoffen indien het verkeer stilstaat wegens een incident of een ongeval en de beheersing van hitte en rook bij brand. De lezer moet begrijpen dat vanwege de oorsprong in artikel 2.216 van het Bouwbesluit weliswaar de Bouwsbesluit 2003 voorschriften spreken over gezondheid, maar dat dit ook moet worden gelezen als mede betrekking te hebben op veiligheid.

Bouwstenen voor het bepalen of aan deze functionele eis is voldaan zijn te vinden in hoofdstuk 12 van de Veiligheids Richtlijn deel C (VRC), uitgave van Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Steunpunt Tunnelveiligheid, januari 2004. In deze richtlijn is aangegeven dat onder normale omstandigheden door het rijdend verkeer een langsstroming in de tunnelbuis wordt opgewekt die in de meeste gevallen voldoende is voor verversing van de lucht. De schone lucht wordt dan aangevoerd via de ingang van de wegtunnelbuis en de vervuilde lucht verdwijnt via de uitgang. Bij kortere tunnels kan de luchtbeweging door wind voldoende zijn om zelfs bij stilstaand verkeer voldoende ventilatiecapaciteit te waarborgen.

Artikel 5.49

Bij een lange wegtunnelbuis kan volgens de richtlijn tunnelveiligheid niet worden vertrouwd op natuurlijke ventilatie. Daarom volgt uit artikel 5.49 van deze regeling dat bij een tunnelbuislengte van meer dan 500 m mechanische ventilatie moet worden toegepast.

Artikel 5.50

In artikel 5.50 is geregeld dat de toevoer van verse lucht rechtstreeks van buiten en de afvoer van binnenlucht uit de wegtunnelbuis rechtstreeks naar buiten plaats moet vinden. Rechtstreeks van respectievelijk naar buiten wil zeggen dat de ventilatielucht niet via een andere ruimte dan de wegtunnelbuis zelf mag worden aan- en afgevoerd. Dit betekent dat er wel gebruik mag worden gemaakt van rechtstreekse aan- en afvoer via de tunnelbuismond of van een kanalensysteem dat door andere ruimten loopt.

§ 5.13.2Bestaande bouw

Zie de toelichting op § 5.13.1, Nieuwbouw.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties