Afdeling 5.2 Overbrugging van hoogteverschillen
§ 5.2.1Nieuwbouw
Voor een wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m gelden voor afdeling 5.2 van het Bouwbesluit 2003 dezelfde functionele eis en dezelfde aansturing van artikelen, als voor een ander ‘bouwwerk geen gebouw zijnde’. In deze regeling is daarom geen bepaling opgenomen die specifiek voor wegtunnels aangeeft aan welke voorschriften moet zijn voldaan om aan de functionele eis van artikel 2.23, eerste lid, van het Bouwbesluit 2003 te voldoen.
Artikel 5.3
In het eerste lid van artikel 5.3 is aangegeven hoe artikel 2.24, tweede lid, voor wegtunnels moet worden gelezen. In wegtunnels moeten, net als bij gebouwen, hoogteverschillen van meer dan 21 cm zijn overbrugd door een trap of hellingbaan. In afwijking van dit eerste lid is in het tweede lid bepaald dat op de route in de wegtunnelbuis hoogteverschillen van 30 cm zonder trap of hellingbaan zijn toegestaan. Dit voorschrift is opgenomen om te voorkomen dat randen naast de weg uit oogpunt van verkeersveiligheid te laag worden.
§ 5.2.2Bestaande bouw
Artikel 5.4
Zie de toelichting op § 5.2.1, Nieuwbouw.