Afdeling 4.14. Liftmachineruimte, nieuwbouw
Artikel 4.75
1.
Een bouwwerk met een lift heeft een liftmachineruimte voor het veilig en doelmatig functioneren van die lift.
2.
Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 4.75 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.
Artikel 4.76
Een gebruiksfunctie met een lift heeft een al dan niet gemeenschappelijke liftmachineruimte.
Artikel 4.77
Een gemeenschappelijke liftmachineruimte is, voor het onbelemmerd kunnen bereiken van die ruimte, vanaf de toegang van het woongebouw uitsluitend bereikbaar door een of meer gemeenschappelijke verkeersruimten.
Artikel 4.78
Een liftmachineruimte heeft een vloeroppervlakte die is afgestemd op de omvang van de te plaatsen apparatuur.
Artikel 4.79
De uitwendige scheidingsconstructie van een liftmachineruimte is, bepaald volgens NEN 2778, regenwerend.