Algemeen
In hoofdstuk 5 zijn de oude hoofdstukken 5, Energiezuinigheid en 6, Milieu samengevoegd. Hoewel er tot op heden nog geen zelfstandige invulling aan het aspect milieu is gegeven, doet deze samenvoeging recht aan de samenhang tussen energiezuinigheid, milieu en duurzaamheid. Het hoofdstuk Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu speelt een belangrijke rol bij het realiseren van de doelstellingen ter zake van klimaat en energiebeleid. Er mogen ten slotte geen energie onzuinige gebouwen meer aan de voorraad worden toegevoegd. Bovendien wordt opgemerkt dat met de voorschriften van dit hoofdstuk (en daarvoor het oude hoofdstuk 5) in belangrijke mate wordt voldaan aan de eisen van de richtlijn energieprestatie gebouwen (richtlijn 2002/91/EG van het Europees parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen) en de herschikking van die richtlijn (richtlijn 2010/31/EU). Gezien de samenhang tussen de drie afdelingen van het oude hoofdstuk 5 is er voor gekozen deze voorschriften gezamenlijk in een afdeling 5.1 op te nemen. De eis aan de energieprestatiecoëfficiënt (epc) die in de oude afdeling 5.3 was opgenomen, is voortaan de basiseis. Sedert 1995 wordt een epc-eis gesteld, omdat er bij de diverse gebruiksfuncties meer energie kan worden bespaard dan met uitsluitend eisen aan thermische isolatie en luchtdoorlatendheid. De voorschriften op het gebied van thermische isolatie en luchtdoorlatendheid zijn aanvullend op de epc-eis. In sommige gevallen is met het voldoen aan de epc direct aan de eisen voor thermische isolatie en luchtdoorlatendheid voldaan. In andere gevallen zou het wellicht mogelijk zijn om al aan de epc-eis te voldoen met een mindere prestatie van de thermische schil op het gebied van thermische isolatie en/of luchtdoorlatendheid dan in dit hoofdstuk voorgeschreven. Dit is niet toegestaan. Er zou dan namelijk geen optimaal gebruik van de mogelijkheden tot energiezuinigheid worden gemaakt. Met de eisen aan de thermische isolatie en luchtdoorlatendheid wordt er ook bij een zeer energiezuinige installatie voor gezorgd dat de energiewinst niet weer wordt ingeleverd door een inferieure thermische isolatie of luchtdichtheid. Het hebben van voorschriften op het gebied van thermische isolatie en luchtdoorlatendheid is ook van belang voor die gevallen waar geen epc van toepassing is. Hierbij kan vooral gedacht worden aan verbouwactiviteiten en tijdelijke bouw waarop de epc-eis niet van toepassing is. Evenals voorheen bevat dit hoofdstuk uitsluitend voorschriften voor nieuwbouw.