Bouwbesluit Online 2012


Hoofdstuk 5b ingevoegd bij Stcrt. 2022, 10958

Artikel 5.14Opleiding, kennis en ervaring kwaliteitsborger

Om een instrument voor kwaliteitsborging te mogen toepassen moeten de personen belast met de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van kwaliteitsborging voldoen aan de in de instrumenten gestelde eisen aan opleiding, kennis en ervaring. Het gaat dan om kennis van en ervaring met het beoordelen van bouwactiviteiten, die vallen onder gevolgklasse 1, aan de regels van het Bouwbesluit 2012, inclusief eventuele gelijkwaardige maatregelen. Kennis van publieke en private normen maakt onlosmakelijk deel uit van de benodigde kennis om een bouwactiviteit aan de desbetreffende regels van het Bouwbesluit 2012 te kunnen toetsen. Naast domeinspecifieke kennis gaat het ook om kennis die nodig is voor de integrale beoordeling van een bouwactiviteit. Deze integrale beoordeling wordt geacht onderdeel te zijn van alle genoemde domeinen en het is aan de verantwoordelijke persoon voor de algemene coördinatie om dit te borgen. Deze eisen worden bepaald door de instrumentaanbieder en getoetst alvorens een kwaliteitsborger een instrument mag toepassen. In dit artikel zijn de minimale eisen opgenomen die een instrumentaanbieder in ieder geval moet opnemen in een instrument. Hogere eisen zijn altijd toegestaan maar het toestaan van een lager opleidings- of ervaringsniveau zal leiden tot het niet toelaten van het betreffende instrument door de toelatingsorganisatie. Het voorgeschreven kennisniveau moet binnen de organisatie van de kwaliteitsborger beschikbaar zijn. De eisen aan personen gelden ten minste voor de personen die eindverantwoordelijk zijn voor een deelgebied en als zodanig verplicht genoemd moeten zijn in een borgingsplan. Wanneer er sprake is van een groot aantal projecten, zal het aantal gekwalificeerde medewerkers hiermee in overeenstemming moeten zijn. Het is aan de instrumentaanbieder om hierop toe te zien.

De opleidings- en ervaringseisen in het eerste lid van dit artikel zijn van toepassing op bouwactiviteiten vallend onder gevolgklasse 1. Uitgangspunt voor deze eisen zijn de kwaliteitscriteria die in het kader van de Wet verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn opgesteld (Kwaliteitscriteria 2.2). Aangesloten is bij de ervaringseis voor complexe bouwwerken, omdat onder gevolgklasse 1 zowel eenvoudige als complexe bouwwerken vallen. De kennis en ervaring heeft logischerwijze alleen toepassing op de bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1. De in deze Kwaliteitscriteria genoemde taken en ervaringseisen zijn in de regeling vertaald naar eindtermen waaraan een voor bepaald deelgebied eindverantwoordelijk persoon binnen kwaliteitsborging moet voldoen. De eisen met betrekking tot de deelgebieden risicobeoordeling, vaststellen van borgingsplannen en algemene coördinatie (art. 1.47 Bouwbesluit 2012) zijn samengevoegd in onderdeel a. Het is aan de instrumentaanbieders om de generieke eisen aan opleiding en ervaring te vertalen naar concrete opleidingen en trainingen. De eisen kunnen tevens als basis dienen voor het opstellen van curricula en eindtermen voor specifieke opleidingen voor kwaliteitsborgers1.

Op grond van het tweede lid kan een kwaliteitsborger voor de uitvoering van de werkzaamheden ook personen inzetten die niet direct voldoen aan de opleidingseisen maar op grond van ervaring een vergelijkbaar kennisniveau hebben ontwikkeld. Het is aan de kwaliteitsborger om dit aan te tonen aan de instrumentaanbieder alvorens toestemming wordt verkregen voor toepassing van het instrument. Het is aan de instrumentaanbieder om hierop controle uit te oefenen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van persoonsregisters, bijvoorbeeld het Constructeursregister. De opleidingseisen kunnen als basis dienen voor het vaststellen van een branchestandaard. Dit maakt het mogelijk om via zogenoemde EVC-trajecten de kennis en ervaring van medewerkers onafhankelijk te toetsen en vast te leggen2.

Het derde lid ten slotte stelt de eis dat personen werkzaam voor een kwaliteitsborger te allen tijde over actuele kennis van de regelgeving en bijhorende normen moeten beschikken. Tevens is ten minste een tweejaarlijkse bijscholing voorgeschreven op het specifieke deelgebied waarop de betreffende medewerker werkzaam is. De invulling van zowel het actueel houden van de kennis als de tweejaarlijkse bijscholing is, binnen de grenzen van datgene wat in een instrument is voorgeschreven, aan de kwaliteitsborgers zelf. De instrumentaanbieder toetst of de kwaliteitsborger hier op de juiste wijze invulling aangeeft.

1 Zie bijvoorbeeld de door een viertal opleiders gezamenlijk opgestelde eindtermen: https://www.stichtingibk.nl/2020/02/19/opleidingseisen-kwaliteitsborging/.

2 Een dergelijke branchestandaard is tevens ontwikkeld voor de kwaliteitscriteria. Het ligt in de rede dat eerder verkregen competenties bepaald op basis van de kwaliteitscriteria ook kwalificeren voor de opleidings- en ervaringseisen voor kwaliteitsborging.

Artikel 5.15administratieve organisatie kwaliteitsborger

Om achteraf eventuele controles uit te kunnen oefenen is het voor de instrumentaanbieder of de toelatingsorganisatie noodzakelijk dat het projectdossier van de kwaliteitsborger gedurende ten minste zeven jaar nadat de verklaring van de kwaliteitsborger is afgegeven wordt bewaard. Hiervoor is aangesloten bij de zevenjaarstermijn uit de belastingwetgeving. Daarbij dienen in ieder geval de brondocumenten (vergunningsgegevens, technisch ontwerp en nadere uitwerking), de risicobeoordeling en borgingsplan inclusief actualisaties, rapportage bevindingen en follow up en de informatie als bedoeld in de artikelen 1.48 tot en met 1.50 van het Bouwbesluit 2012 te worden bewaard. Op de gegevens en bescheiden van het dossier bevoegd gezag die bij gereedmelding aan de gemeente worden verstrekt, blijft de Archiefwet van toepassing.

Artikel 5.16Informatieverstrekking kwaliteitsborger aan instrumentaanbieder

Op grond van artikel 1.49 Bouwbesluit 2012 zijn er verplichtingen om informatie van de instrumentaanbieder te leveren aan de toelatingsorganisatie. Naast deze informatie heeft de toelatingsorganisatie ook projectinformatie nodig om zo haar toezichtstaak te kunnen vervullen. In dit artikel is expliciet geregeld welke projectinformatie door de kwaliteitsborger aangeleverd moet worden aan de instrumentaanbieder. Het eerste lid, onder f, betreft een ‘self assessment’ door de kwaliteitsborger. Bij de start van een project, beoordeelt hij of hij daadwerkelijk voldoet aan de eisen van onafhankelijkheid ten opzichte van de te borgen bouwactiviteit en rapporteert hierover aan de instrumentaanbieder.

Artikel 5.17Formulier verklaring kwaliteitsborger

In dit artikel wordt het formulier vastgesteld voor de verklaring van de kwaliteitsborger dat het gerechtigd is het instrument voor kwaliteitsborging toe te passen, dat het instrument op de voorgeschreven wijze is toegepast en dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de uitgevoerde bouwactiviteit naar zijn oordeel voldoet aan de bouwtechnische regels. De gereedmelding kan zien op één of meerdere bouwactiviteiten aan verschillende bouwwerken.

Artikel 5.18Gegevens en bescheiden aanvraag toelating instrument

In dit artikel wordt het aanvraagformulier vastgesteld dat moet worden ingediend bij de toelatingsorganisatie om toelating van een instrument voor kwaliteitsborging tot het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen.

Artikel 5.19Verdeelsleutel en doorberekenen toezichtkosten

De bijdrage die een instrumentaanbieder moet betalen voor de toezichtkosten van de toelatingsorganisatie, de marktbijdrage, wordt berekend door middel van de formule die in dit artikel is opgenomen. Bij aanvraag voor toelating van een instrument wordt een vast tarief in rekening gebracht, dat vooraf betaald dient te worden voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot toelating. Het betreft een vast tarief ongeacht of het instrument wordt toegelaten. De bijdrage per instrumentaanbieder voor toezicht, wijzigingen en registratie wordt achteraf berekend en in rekening gebracht op basis van de werkelijk gemaakte kosten van de toelatingsorganisatie. Elk jaar worden vooraf tarieven afgegeven voor de vergoeding per instrument voor toelating, voor registratie en wijzigingen en voor de bijdrage aan toezicht per bouwwerk dan wel woning. Op basis van het toezichttarief kan de instrumentaanbieder op basis van de formule een berekening maken van de te verwachten bijdrage aan de toezichtkosten van de toelatingsorganisatie.

De bijdrage aan de kosten voor toezicht is afhankelijk van het aandeel van een bepaald instrument in het totaal aantal projecten. De markt betaalt een kwart van de kosten voor toezicht

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties