Afdeling 1.3. Voorzieningen voor elektriciteit, noodstroom, gas en water
Artikel 1.3
1.
Een voorziening voor elektriciteit of noodstroom als bedoeld in artikel 2.49 van het besluit voldoet voor lage spanning aan NEN 1010. Voor hoge spanning voldoet een voorziening voor elektriciteit of noodstroom tevens aan NEN 1041.
2.
Een bouwwerk heeft voor een leiding van het distributienet die voert naar een aansluitmogelijkheid als bedoeld in artikel 2.48 van het besluit, leidingdoorvoeren en een mantelbuis die voldoen aan NEN 2768.
Artikel 1.4
Een voorziening voor elektriciteit of noodstroom als bedoeld in artikel 2.55 van het besluit voldoet voor lage spanning aan NEN 1010 en voor hoge spanning aan V 1041.
Artikel 1.5 [Vervallen per 21-05-2009]
Artikel 1.6
1.
Een voorziening voor gas als bedoeld in artikel 2.71 van het besluit, met een nominale werkdruk tot 40 bar, voldoet aan NEN 2078.
2.
Een voorziening voor gas met een nominale werkdruk tot en met 0,5 bar voldoet, in afwijking van het eerste lid, aan NEN 1078.
3.
Een bouwwerk heeft voor een leiding van het distributienet die voert naar een aansluitmogelijkheid als bedoeld in artikel 2.70 van het besluit, leidingdoorvoeren en een mantelbuis die voldoen aan NEN 2768.
Artikel 1.7
1.
Een voorziening voor gas als bedoeld in artikel 2.74 van het besluit, met een nominale werkdruk tot 40 bar, voldoet aan NEN 2078.
2.
Een voorziening voor gas als bedoeld in artikel 2.74 van het besluit, met een nominale werkdruk tot 100 mbar, voldoet in afwijking van het eerste lid aan NEN 8078.
Artikel 1.8
Een voorziening voor drinkwater of warmwater als bedoeld in de artikelen 3.122 en 3.130 van het besluit voldoet aan NEN 1006.
Artikel 1.9
Een voorziening voor drinkwater of warmwater als bedoeld in de artikelen 3.126 en 3.132 van het besluit voldoet aan NEN 1006.