Afdeling 5.2. Overbrugging van hoogteverschillen
§ 5.2.1. Nieuwbouw
Artikel 5.3
Voor een te bouwen wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m is aan artikel 2.24, tweede lid, van het besluit voldaan, indien:
-
a.
een hoogteverschil tussen vloeren waarover een rookvrije vluchtroute voert of tussen een van die vloeren en het aansluitende terrein, dat groter is dan 0,21 m wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan, behalve voorzover de rookvrije vluchtroute door een wegtunnelbuis voert;
-
b.
een hoogteverschil tussen vloeren waarover een route voert als bedoeld in artikel 5.25, onderdeel 2, dat groter is dan 0,3 m wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan.
§ 5.2.2. Bestaande bouw
Artikel 5.4
Voor een bestaande wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m is aan artikel 2.26, tweede lid, van het besluit voldaan, indien:
-
a.
een hoogteverschil tussen vloeren waarover een rookvrije vluchtroute voert of tussen een van die vloeren en het aansluitende terrein, dat groter is dan 0,22 m wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan, behalve voorzover de rookvrije vluchtroute door een wegtunnelbuis voert;
-
b.
een hoogteverschil tussen vloeren waarover een route voert als bedoeld in artikel 5.27, onderdeel 1, dat groter is dan 0,3 m wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan.