Afdeling 5.8. Vluchten binnen een rookcompartiment en een subbrandcompartiment
§ 5.8.1. Nieuwbouw
Artikel 5.24
Voor een te bouwen wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m is in afwijking van artikel 2.145, tweede lid, van het besluit aan het eerste lid van dat artikel voldaan door toepassing van de artikelen 2.148, tweede tot en met vierde lid, van het besluit en van artikel 5.25.
Artikel 5.25
Voor een wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m, worden het tweede tot en met vierde lid van artikel 2.148 van het besluit als volgt gelezen:
2. De loopafstand tussen een punt op de rijbaanvloer en ten minste een toegang van het rookcompartiment is ten hoogste 150 m. Deze afstand wordt gemeten over een route die uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen zonder dat deuren worden gepasseerd die met een sleutel moeten worden geopend. Deze route heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,85 m en een hoogte van ten minste 2.1 m. De breedte geldt niet voorzover deze route over een trap voert. De afstand tussen twee toegangen is ten hoogste 250 m.
3. Een toegang van een rookcompartiment heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,85 m en een hoogte van ten minste 2.1 m.
4. Een deur van een toegang van een rookcompartiment draait bij het openen niet tegen de vluchtrichting in.
§ 5.8.2. Bestaande bouw
Artikel 5.26
Voor een bestaande wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m is in afwijking van artikel 2.150, tweede lid, van het besluit aan het eerste lid van dat artikel voldaan door toepassing van de artikelen 2.152, eerste tot en met derde lid, van het besluit en artikel 5.27.
Artikel 5.27
Voor een wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m worden het eerste tot en met derde lid van artikel 2.152 van het besluit als volgt gelezen:
1. De loopafstand tussen een punt op de rijbaanvloer en ten minste een toegang van het rookcompartiment is ten hoogste 150 m. Deze afstand wordt gemeten over een route die uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen zonder dat deuren worden gepasseerd die met een sleutel moeten worden geopend. Deze route heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,7 m en een hoogte van ten minste 1,9 m. De afstand tussen twee toegangen is ten hoogste 250 m.
2. Een toegang van een rookcompartiment heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,7 m en een hoogte van ten minste 1,9 m.
3. Een deur van een toegang van een rookcompartiment draait bij het openen niet tegen de vluchtrichting in.