Bouwbesluit Online 2012


Artikel 4.1 NEN 1010

Het specifieke voorschrift ten aanzien van een preferente stroomketen voor een brandweerlift is vervallen, aangezien de per 21 mei 2009 aangewezen versie van NEN 1010 hierin voorziet. Dit was een aanvullend voorschrift omtrent de elektrische voeding van brandweerliften als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Bouwbesluit 2003. Dit aanvullende voorschrift vloeit voort uit NEN-EN 81-72 en wordt mede aangestuurd vanuit artikel 4.16 van deze regeling, welke aansturing niet is vervallen. De basisvoorschriften in artikel 1.3 verwijzen voor de elektrische installatie naar NEN 1010. Deze aanvullende voorschriften dienden om onderdeel 8.783 van NEN 1010 in overeenstemming met NEN-EN 81-72 te brengen op het terrein van de brandpreventieve en brandrepressieve installaties. Het gaat er om dat brandweerliften op een preferente groep of rechtstreeks op de hoofdvoeding van de voorziening van elektriciteit zijn aangesloten. Dit conform de praktijk, die mede gebaseerd is op bijlage Z.4 van de nu ingetrokken NEN-EN 81-1 (september 1986, inclusief correctieblad, december 1989). De hiervoor genoemde voorzieningen bieden voldoende waarborgen dat de brandweerlift blijft functioneren als bij calamiteiten de gewone elektriciteitsvoorziening buiten gebruik raakt. Een andere mogelijkheid is om de brandweerlift aan te sluiten op een noodstroomvoorziening. Toepassing van dit voorschrift behoeft enige nadere toelichting. Wanneer een brand zich bijvoorbeeld bevindt op de begane grond of de eerste verdieping zal de brandweer geen gebruik maken van de brandweerlift en bekabeling op deze verdiepingen behoeft dan ook niet in de vorm van kabels met functiebehoud te worden uitgevoerd.

Tevens moet in de gaten worden gehouden dat als niet worden gekozen voor een aparte groepenkast voor de brandweerlift, er dan weer een aparte zekering noodzakelijk is. Dat leidt tot complexe voorzieningen. De kans op stroomuitval bij brand is gering en de brandweer zal in geval van brand de stroom niet afschakelen, zodat de eenvoudige oplossing van een aparte groep reeds volstaat.

Om dezelfde reden is het ook niet logisch te kiezen voor aansluiting op noodstroom. Dit nog afgezien van het feit dat als daarvoor wordt gekozen, dan ook nog het functiebehoud nader moet worden ingevuld hoewel de uitwerking in dit artikel dat niet zonder meer duidelijk maakt. Het Bouwbesluit 2003 verwijst voor de bouwtechnische ‘voorziening voor elektriciteit’ via deze regeling naar NEN 1010. Deze NEN 1010 regelt veel meer dan nodig is voor het Bouwbesluit 2003. Dit heeft een historische achtergrond. De norm werd in het verleden aangewezen via de zogenoemde ‘modelaansluitvoorwaarden’ en de periodieke uitgave Stroomlijn van EnergieNed .

Het Bouwbesluit verwees toen voor de voorziening van elektriciteit naar die model-aansluitvoorwaarden. Bij deze indirecte aanwijzing had de wetgever geen invloed op de structuur, de inhoud en de aan te wijzen versie van NEN 1010. NEN 1010 viel om deze redenen buiten de zogenoemde reeks bouwnormen. Die bouwnormen zijn voor wat betreft inhoud en structuur wel aangepast aan de publiekrechtelijke verwijzing daarnaar vanuit het Bouwbesluit 2003. In de bouwnormen worden de bouwtechnische onderdelen onderscheiden van de administratieve, procedurele en informatieve onderdelen. Deze systematiek is bij NEN 1010 en de andere in afdeling 1.3 genoemde normen voor elektriciteit, gas en water, (nog) niet doorgevoerd.

In onderdeel a worden de onderdelen van NEN 1010 opgesomd die voor de publiekrechtelijke aanwijzing voor de bouwregelgeving buiten toepassing behoren te blijven. Het gaat om de in NEN 1010 opgenomen administratieve, procedurele en informatieve bepalingen, eisen aan voedingsbronnen, eisen aan verbruikstoestellen (toestellen, apparaten en machines), eisen aan elektrisch gevoede installaties (alarminstallatie, geluidinstallatie, etc), andere gebruiksbepalingen, eisen aan installaties buiten bouwwerken of mobiele installaties, eisen ten aanzien van de netwerkbeheerder, vakmanschap en inspectie.

Het Bouwbesluit 2003 bevat eisen ten aanzien van het brandgedrag van het bouwwerk. Zo worden er eisen gesteld aan de beperking van de brandvoortplanting via het oppervlak van bouwdelen. Uitgangspunt is echter dat het Bouwbesluit 2003 geen eisen stelt aan de brandvoortplanting via kabels. Eisen aan alarminstallaties, waaronder bijvoorbeeld een brandmeldinstallatie (bmi) of een ontruimingsalarminstallatie behoren niet in het Bouwbesluit 2003 maar in het Gebruiksbesluit te staan, zodat deze onderdelen van NEN 1010 in dit artikel ook buiten toepassing worden verklaard. Het installeren van een elektrische installatie in een gebouw zou tot gevolg kunnen hebben dat het gebouw niet (meer) voldoet aan de eisen die worden gesteld aan het gebouw zelf. Als er bedrading door een brandscheiding wordt gevoerd, kan dat de brandwerendheid van die scheiding aantasten. In het algemeen kunnen installaties de prestaties van andere bouwdelen negatief beïnvloeden. Om dit te voorkomen gelden er voor de installaties in NEN 1010 naast de primaire eisen ook secundaire eisen. De primaire eisen hebben betrekking op de prestaties van de installatie zelf; de secundaire eisen hebben betrekking op de invloed van de installatie op de prestaties van andere bouwdelen. Het Bouwbesluit 2003 stelt impliciet al alle secundaire eisen die in NEN 1010 zijn vermeld, zodat de laatste eveneens buiten toepassing kunnen blijven. Als bedrading de brandscheiding of de geluidsisolatie aantast, dan voldoet de scheiding niet meer. Het maakt daarbij bouwtechnisch gezien niet uit of dat wordt veroorzaakt door de aannemer of door de installateur. Ook onderwerpen als noodstroom en noodverlichting worden ook al in het Bouwbesluit 2003 geregeld, zodat deze onderwerpen eveneens buiten toepassing kunnen blijven. Waar NEN 1010 verwijst naar het Bouwbesluit 2003 of naar andere publiekrechtelijke regelgeving kan alleen sprake zijn van nadere informatie, omdat het Bouwbesluit 2003 niet via een omweg van verwijzing naar NEN 1010 weer naar zichzelf of naar andere publiekrechtelijke regelgeving verwijst. Verwijzingen vanuit NEN 1010 naar het Bouwbesluit 2003 en naar andere publiekrechtelijke regelgeving hebben slechts een informatief karakter.

Onderdeel b betreft een aanvulling op onderdeel 710.55.6.1 van NEN 1010 waarin nadere voorschriften worden gegeven voor elektrisch materieel en wandcontactdozen in medisch gebruikte ruimte. Met deze aanvulling blijft op dit onderdeel het eisenniveau van de vorige NEN 3234 grotendeels behouden.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties