Artikel 4.4 NEN 2916
De in dit artikel genoemde correctiefactoren voor gebruiksfuncties zijn aangepast ten opzichte van de correctiefactoren in de Regeling Bouwbesluit nieuwbouw 1998. Deze aanpassing vloeit voort uit wijzigingen in NEN 2916. De getalswaarden van deze nieuwe correctiefactoren zijn zo gekozen dat gemiddeld genomen het toepassen van de in bijlage I aangegeven druk van het normblad bij toepassing van dezelfde energiebesparingstechnieken niet leidt tot een andere uitkomst in de epc ten opzichte van de toepassing van de daar aan voorafgaande druk van het normblad. De correctiefactoren hebben voorts tot gevolg dat een eventuele verandering van de grenswaarde van de epc voor een woning of woongebouw niet van invloed hoeft te zijn op de toepassing van artikel 5.12, derde lid, van het Bouwbesluit 2003 voor de situatie dat een woonfunctie of een woongebouw deel uitmaakt van een gecombineerd gebouw. Anders gezegd de toepassing van NEN 2916 zal bij gewijzigd beleid ten aanzien van woonfuncties en woongebouwen niet van invloed hoeven te zijn op niet tot bewoning bestemde gebouwen, ook al maken deze deel uit van een gecombineerd gebouw waarvan ook een woning of woongebouw deel uitmaakt. Door bijstelling van de correctiefactor ?verlies kan deze "neutralisatie" worden geëffectueerd.