III. Normstelling, delegatie, bestuursinstrumenten en de met de uitvoering gemoeide bestuurlijke lasten.
7. | Geef ten aanzien van in de regeling voorziene delegatie van regelgeving aan in hoeverre de normstelling in de regeling zelf vastligt en in hoeverre de bevoegdheid tot normstelling is gedelegeerd. In het onderhavige besluit is de mate waarin bij ministeriële regeling inhoudelijke voorschriften kunnen worden gegeven zoveel mogelijk beperkt. In 2.1.8. zijn de gevallen waarin de bevoegdheid tot regelgeving is gedelegeerd alsmede de redenen daarvoor aangegeven; kortheidshalve moge hiernaar worden verwezen. In die gevallen waarin bij ministeriële regeling inhoudelijke voorschriften (kunnen) worden gegeven, is de bevoegdheid tot normstelling gedelegeerd. In de slotbepalingen van het besluit is de bepaling opgenomen dat bij ministeriële regeling nadere voorschriften kunnen worden gegeven omtrent de toepassing van normbladen en aansluitvoorwaarden. In 2.1.7. is uiteengezet wat de bedoeling is van deze gedelegeerde bevoegdheid tot regelgeving; kortheidshalve moge hiernaar worden verwezen. Het gaat hierbij voornamelijk om het verwijzen naar bepalingsmethoden. In deze gevallen is derhalve geen sprake van gedelegeerde normstelling. | ||||||
8. | Geef ten aanzien van niet in het Staatsblad of de Staatscourant gepubliceerde gedelegeerde regelgeving aan op welke wijze gewaarborgd is dat de normbladen voldoende kenbaar zijn voor de justitiabelen. De ministeriële regelingen op grond van het Bouwbesluit zullen alle worden gepubliceerd in de Staatscourant. Normen, kwaliteitsverklaringen en (model-)aansluitvoorwaarden zullen op dezelfde wijze algemeen verkrijgbaar zijn als thans het geval is. | ||||||
9. | Geef aan welke openbare en privaatrechtelijke lichamen een taak hebben bij de uitvoering van de regeling en de lasten ervan dragen. De uitvoering van de bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften berust primair bij de gemeenten. Deze passen de voorschriften toe bij het beoordelen van aanvragen om bouwvergunning, het toezicht op bouwwerken en, in verband daarmee, het uitvaardigen van aanschrijvingen en van onbewoonbaarverklaringen. Bij de uitvoering van de voorschriften speelt het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht een centrale rol. Naast zijn eigen toetsende taak coördineert het de inbreng van andere diensten zoals de brandweer. Ook de inbreng van privaatrechtelijke lichamen op het terrein van de nutsvoorzieningen valt onder deze coördinatie. | ||||||
10. | Geef een overzicht van de bestuursinstrumenten die bij de uitvoering van de regeling worden gehanteerd. Geef daarbij tevens aan in hoeverre de uitvoering van de regeling of van daarop gebaseerde gedelegeerde regelgeving aan bestuurlijk toezicht is onderworpen. Bij de uitvoering van het Bouwbesluit worden de bestuursinstrumenten toegepast die de Woningwet aanreikt met betrekking tot de zorg voor de technische kwaliteit van bouwwerken. Dit zijn de beoordeling van bouwplannen in het kader van de beslissing omtrent aanvragen om bouwvergunning, de aanschrijving tot het treffen van voorzieningen en het aanbrengen van verbeteringen aan bestaande bouwwerken en de onbewoonbaarverklaring. De uitvoering van het Bouwbesluit en de daarop gebaseerde ministeriële regelingen door de gemeenten is, voorzover het de volkshuisvesting aangaat, op grond van de Woningwet onderworpen aan het toezicht van het Staatstoezicht op de volkshuisvesting. | ||||||
11. | Besteed aandacht aan de vraag welke neveneffecten - beoogd of niet-beoogd - van de uitvoering van de regeling te verwachten zijn. Neveneffecten van het Bouwbesluit zullen er vooral zijn in de periode die de praktijk na de inwerkingtreding van het Bouwbesluit nodig heeft om met dat besluit vertrouwd te geraken. Bij deze effecten, die niet ongebruikelijk zijn bij de invoering van maatschappelijk belangrijke nieuwe regelgeving, valt vooral te denken aan de tijdsduur die in de beginsituatie benodigd zal zijn voor de voorbereiding en beoordeling van een aanvraag om bouwvergunning en wellicht aan een toeneming van het aantal bezwaarschriftprocedures en beroepsprocedures omtrent de interpretatie van de voorschriften. Een meer duurzaam neveneffect is dat de fraudegevoeligheid van de bouwvoorschriften afneemt, doordat het verlenen van ontheffingen van nieuwbouwvoorschriften en het stellen van nadere eisen niet meer mogelijk is en de verlening van ontheffingen voor verbouwingen aan duidelijke grenzen is gebonden. | ||||||
12. | Geef een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de bestuurlijke lasten die met de uitvoering van de regeling zullen zijn gemoeid.
| ||||||
13. | Geef aan in hoeverre deze lasten drukken op de centrale overheid c.q. op de lagere overheden. Zie hiervoor de beantwoording van vraag 12. | ||||||
14. | Geef zo nauwkeurig mogelijk aan welke de personele consequenties zijn van invoering van de nieuwe regeling. Bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt gerekend op jaarlijks enkele mensjaren werk ten behoeve van monitoring, evaluatie en aanpassing van het Bouwbesluit. Wat de Afdeling rechtspraak van de Raad van State betreft, is er weinig reden om aan te nemen dat het thans betrekkelijk geringe aantal beroepszaken verband houdend met toetsing aan de technische bouwvoorschriften, na invoering van het Bouwbesluit ingrijpend zal toenemen. Bij de beantwoording van vraag 12 is reeds uiteengezet dat de lasten, verbonden aan de uitvoering van de bouwvoorschriften door de gemeenten, naar verwachting per saldo gelijk blijven. De personele consequenties voor de gemeenten zullen dan ook in kwantitatieve zin niet of nauwelijks merkbaar zijn. In kwalitatieve zin zal het werken met in prestatietermen vervatte voorschriften en met gelijkwaardigheidsbepalingen in met name de middelgrote gemeenten wellicht aanleiding geven hogere eisen te stellen aan de deskundigheid van de uitvoerende ambtenaren. |