Bouwbesluit Online 2012


III. Normstelling, delegatie, bestuursinstrumenten en de met de uitvoering gemoeide bestuurlijke lasten.

7.Geef ten aanzien van in de regeling voorziene delegatie van regelgeving aan in hoeverre de normstelling in de regeling zelf vastligt en in hoeverre de bevoegdheid tot normstelling is gedelegeerd.

In het onderhavige besluit is de mate waarin bij ministeriële regeling inhoudelijke voorschriften kunnen worden gegeven zoveel mogelijk beperkt. In 2.1.8. zijn de gevallen waarin de bevoegdheid tot regelgeving is gedelegeerd alsmede de redenen daarvoor aangegeven; kortheidshalve moge hiernaar worden verwezen. In die gevallen waarin bij ministeriële regeling inhoudelijke voorschriften (kunnen) worden gegeven, is de bevoegdheid tot normstelling gedelegeerd. In de slotbepalingen van het besluit is de bepaling opgenomen dat bij ministeriële regeling nadere voorschriften kunnen worden gegeven omtrent de toepassing van normbladen en aansluitvoorwaarden. In 2.1.7. is uiteengezet wat de bedoeling is van deze gedelegeerde bevoegdheid tot regelgeving; kortheidshalve moge hiernaar worden verwezen. Het gaat hierbij voornamelijk om het verwijzen naar bepalingsmethoden. In deze gevallen is derhalve geen sprake van gedelegeerde normstelling.

8.Geef ten aanzien van niet in het Staatsblad of de Staatscourant gepubliceerde gedelegeerde regelgeving aan op welke wijze gewaarborgd is dat de normbladen voldoende kenbaar zijn voor de justitiabelen.

De ministeriële regelingen op grond van het Bouwbesluit zullen alle worden gepubliceerd in de Staatscourant. Normen, kwaliteitsverklaringen en (model-)aansluitvoorwaarden zullen op dezelfde wijze algemeen verkrijgbaar zijn als thans het geval is.

9.Geef aan welke openbare en privaatrechtelijke lichamen een taak hebben bij de uitvoering van de regeling en de lasten ervan dragen.

De uitvoering van de bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften berust primair bij de gemeenten. Deze passen de voorschriften toe bij het beoordelen van aanvragen om bouwvergunning, het toezicht op bouwwerken en, in verband daarmee, het uitvaardigen van aanschrijvingen en van onbewoonbaarverklaringen. Bij de uitvoering van de voorschriften speelt het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht een centrale rol. Naast zijn eigen toetsende taak coördineert het de inbreng van andere diensten zoals de brandweer. Ook de inbreng van privaatrechtelijke lichamen op het terrein van de nutsvoorzieningen valt onder deze coördinatie.

10.Geef een overzicht van de bestuursinstrumenten die bij de uitvoering van de regeling worden gehanteerd. Geef daarbij tevens aan in hoeverre de uitvoering van de regeling of van daarop gebaseerde gedelegeerde regelgeving aan bestuurlijk toezicht is onderworpen.

Bij de uitvoering van het Bouwbesluit worden de bestuursinstrumenten toegepast die de Woningwet aanreikt met betrekking tot de zorg voor de technische kwaliteit van bouwwerken. Dit zijn de beoordeling van bouwplannen in het kader van de beslissing omtrent aanvragen om bouwvergunning, de aanschrijving tot het treffen van voorzieningen en het aanbrengen van verbeteringen aan bestaande bouwwerken en de onbewoonbaarverklaring. De uitvoering van het Bouwbesluit en de daarop gebaseerde ministeriële regelingen door de gemeenten is, voorzover het de volkshuisvesting aangaat, op grond van de Woningwet onderworpen aan het toezicht van het Staatstoezicht op de volkshuisvesting.

11.Besteed aandacht aan de vraag welke neveneffecten - beoogd of niet-beoogd - van de uitvoering van de regeling te verwachten zijn.

Neveneffecten van het Bouwbesluit zullen er vooral zijn in de periode die de praktijk na de inwerkingtreding van het Bouwbesluit nodig heeft om met dat besluit vertrouwd te geraken. Bij deze effecten, die niet ongebruikelijk zijn bij de invoering van maatschappelijk belangrijke nieuwe regelgeving, valt vooral te denken aan de tijdsduur die in de beginsituatie benodigd zal zijn voor de voorbereiding en beoordeling van een aanvraag om bouwvergunning en wellicht aan een toeneming van het aantal bezwaarschriftprocedures en beroepsprocedures omtrent de interpretatie van de voorschriften. Een meer duurzaam neveneffect is dat de fraudegevoeligheid van de bouwvoorschriften afneemt, doordat het verlenen van ontheffingen van nieuwbouwvoorschriften en het stellen van nadere eisen niet meer mogelijk is en de verlening van ontheffingen voor verbouwingen aan duidelijke grenzen is gebonden.

12.Geef een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de bestuurlijke lasten die met de uitvoering van de regeling zullen zijn gemoeid.
a.bestuurlijke lasten die rechtstreeks zijn gemoeid met de uitvoering van de regelgeving, zoals het ontwerpen van uitvoeringsregelingen, het geven van voorlichting, het behandelen van aanvragen om vergunningen en ontheffingen, de inning van belastingen en heffingen en de uitvoering van in de regeling voorgeschreven feitelijke handelingen.

Uit de beantwoording van vraag 7 blijkt reeds dat het aantal ministeriële regelingen dat na de inwerkingtreding van het onderhavige besluit moet worden ontworpen, zoveel mogelijk is beperkt. Met het ontwerpen van de desbetreffende uitvoeringsregelingen zijn dan ook relatief lage bestuurslasten gemoeid. Verder speelt voor de centrale overheid een rol de betrokkenheid, zowel in financieel opzicht als wat menskracht betreft, bij de ontwikkeling van een cursus en van hulpmiddelen, voorafgaande aan de inwerkingtreding van het Bouwbesluit. Ten aanzien van de lagere overheden, in casu de gemeenten, kan worden gesteld dat de lasten, verbonden aan de uitvoering van de technische bouwvoorschriften, per saldo gelijk blijven. Enerzijds vervalt de noodzaak nadere eisen te formuleren, behoeft er niet meer te worden onderhandeld over ontheffingen en komen de werkzaamheden met betrekking tot de aanpassing van de bouwvoorschriften geheel te vervallen. Daar staat in de sfeer van de uitvoering tegenover dat het aantal te toetsen voorschriften voor de utiliteitsbouw groter wordt en dat nu woonwagens en standplaatsen als object van uitvoering erbij komen. Overigens is het primair aan de gemeenten te bepalen, met welke intensiteit en prioriteiten zij bij de toepassing van de voorschriften te werk zullen gaan. In kwalitatief opzicht zal de toepassing van de gelijkwaardigheidsbepalingen naar verwachting in een aantal gemeenten leiden tot hogere eisen aan de deskundigheid van de uitvoerende ambtenaren.

b.bestuurlijke lasten die niet rechtstreeks voortvloeien uit de uitvoering van de regeling, maar uit in de regeling vervatte procedurele voorschriften, onder andere in verband met de noodzaak van coördinatie met andere bestuursorganen en/of met de afstemming op de uitvoering van andere regelingen, zoals bijvoorbeeld verplichte advisering, inspraak, planning en verslagleggings- en evaluatieverplichtingen.

Uit de uitvoering van het onderhavige besluit vloeien voor de rijksoverheid geen bestuurlijke lasten als hierboven bedoeld voort. Wel kan worden gewezen op het feit dat ondergetekende in het kader van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot herziening van de Woningwet heeft toegezegd dat het Bouwbesluit drie jaar na inwerkingtreding zal worden geëvalueerd, en daarna telkens om de vier jaar. Deze evaluatieverplichting brengt werkzaamheden met zich mee die bovenop de werkzaamheden komen welke zijn verbonden aan het normale beheer van het besluit.

c.bestuurlijke lasten die zijn gemoeid met het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van de regeling (of van daarop gebaseerde gedelegeerde regelgeving) door lagere overheden, zelfstandige bestuursorganen of gedeconcentreerde diensten. Hierbij dient in het bijzonder aandacht te worden geschonken aan de inspecties en aan de lasten die gemoeid kunnen zijn met het beslechten van bestuursgeschillen en met beroepsprocedures.

Zowel op grond van de Woningwet 1962 als op grond van de herziene Woningwet heeft het Staatstoezicht op de volkshuisvesting onder meer tot taak het handhaven van de wetten en de krachtens die wetten gegeven voorschriften op het gebied van de volkshuisvesting, voorzover ter zake geen andere regeling geldt. Het toezicht op de toepassing van de bouwvoorschriften door de gemeenten is derhalve geen nieuwe taak voor het Staatstoezicht. Wel kan worden gesteld dat het feit dat de gemeenten na inwerkingtreding van het Bouwbesluit op dit terrein voortaan rijksvoorschriften toepassen, voor de rijksoverheid een stimulans zal betekenen om het inzicht in de wijze waarop de gemeenten de voorschriften toepassen, te vergroten, mede met het oog op de hiervoor vermelde evaluatieverplichting. Zoals bij de beantwoording van vraag 11 reeds is gesteld, kan tot de invoeringseffecten van het Bouwbesluit een toeneming behoren van bezwaarschriftprocedures en, wellicht, beroepsprocedures omtrent de interpretatie van de voorschriften. Beslissingen op aanvragen om bouwvergunning, aanschrijvingen tot het treffen van voorzieningen of het aanbrengen van verbeteringen en onbewoonbaarverklaringen zijn vatbaar voor Arob-beroep. De nieuwe structuur en systematiek van de bouwvoorschriften zijn factoren die tot vorenbedoelde toeneming kunnen leiden. Er zijn evenwel redenen om aan te nemen, dat deze toeneming slechts beperkt zal zijn in omvang en tijd. Zeker nadat er enige ondervinding is opgedaan met de toepassing van de bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften mag, vooral vanwege de meetbare en controleerbare aard van die voorschriften, eerder minder dan meer aanleiding tot interpretatieverschillen worden verwacht. Voorts is het uit het oogpunt van tijdsdwang niet onaannemelijk dat men in de bouwpraktijk, na in een bezwaarschriftenprocedure in het ongelijk te zijn gesteld, eerder geneigd zal zijn een kwaliteitsverklaring of deskundigenrapport te verkrijgen dan beroep in te stellen bij de Afdeling rechtspraak. Ten slotte zal ook het beschikbaar komen van meer Nederlandse Praktijkrichtlijnen de kans op interpretatieverschillen en daarmee op het instellen van bezwaar of beroep verkleinen.

13.Geef aan in hoeverre deze lasten drukken op de centrale overheid c.q. op de lagere overheden.

Zie hiervoor de beantwoording van vraag 12.

14.Geef zo nauwkeurig mogelijk aan welke de personele consequenties zijn van invoering van de nieuwe regeling.

Bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt gerekend op jaarlijks enkele mensjaren werk ten behoeve van monitoring, evaluatie en aanpassing van het Bouwbesluit. Wat de Afdeling rechtspraak van de Raad van State betreft, is er weinig reden om aan te nemen dat het thans betrekkelijk geringe aantal beroepszaken verband houdend met toetsing aan de technische bouwvoorschriften, na invoering van het Bouwbesluit ingrijpend zal toenemen. Bij de beantwoording van vraag 12 is reeds uiteengezet dat de lasten, verbonden aan de uitvoering van de bouwvoorschriften door de gemeenten, naar verwachting per saldo gelijk blijven. De personele consequenties voor de gemeenten zullen dan ook in kwantitatieve zin niet of nauwelijks merkbaar zijn. In kwalitatieve zin zal het werken met in prestatietermen vervatte voorschriften en met gelijkwaardigheidsbepalingen in met name de middelgrote gemeenten wellicht aanleiding geven hogere eisen te stellen aan de deskundigheid van de uitvoerende ambtenaren.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties