1.
Een bij of krachtens de wet aanwezige installatie als bedoeld in hoofdstuk 6 van dit besluit:
-
a.
functioneert overeenkomstig de op die installatie van toepassing zijnde voorschriften;
-
b.
wordt adequaat beheerd, onderhouden en gecontroleerd, en
-
c.
wordt zodanig gebruikt dat geen gevaar voor de gezondheid of de veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.
Uw gekozen filters: