Afdeling 4.7 Opstelplaatsen
Algemeen
Afdeling 4.7 Opstelplaatsen, is gebaseerd op de oude afdelingen 4.15 Opstelplaats voor een aanrecht en opstelplaats voor een kooktoestel en 4.16 Opstelplaats voor een stooktoestel en 4.17 Opstelplaats voor een warmwatertoestel. De voorschriften zijn echter sterk vereenvoudigd. Naast de eisen die deze afdeling aan de aanwezigheid van de opstelplaatsen stelt gelden voorschriften uit oogpunt van veiligheid en gezondheid (hoofdstukken 2 en 3).
§ 4.7.1.Nieuwbouw
Artikel 4.37Aansturingsartikel
De functionele eis geeft aan dat een te bouwen bouwwerk opstelplaatsen voor een aanrecht, een kooktoestel, een verwarmingstoestel en een warmwatertoestel moet hebben.
De tabel van het tweede lid wijst per gebruiksfunctie voorschriften aan die van toepassing zijn op die gebruiksfunctie. Door aan deze voorschriften te voldoen, wordt aan de functionele eis van het eerste lid voldaan.
Voor de industriefunctie, de «andere logiesfunctie», de «overige gebruiksfunctie» en het «bouwwerk geen gebouw zijnde» wijst de tabel van het tweede lid geen voorschriften aan.
In tabel 4.37 zijn bij Stb. 2015, 249, de artikelen 4.38 (eerste lid), 4.39 en 4.40 niet meer aangestuurd voor een woonfunctie voor zorg. Dit betekent dat voor deze gebruiksfunctie er geen verplichting meer is om een opstelplaats voor een aanrecht/kooktoestel te realiseren. Deze wijziging is opgenomen omdat bij een woonfunctie voor zorg er in het algemeen geen behoefte is aan deze voorzieningen.
De opstelplaats voor het aanrecht bij de bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik is bij Stb. 2017, 268 bij nieuwbouw (artikel 4.38, vierde lid) vervallen. Tabel 4.37 is overeenkomstig aangepast.
Het derde lid bepaalt dat de functionele eis evenmin op deze gebruiksfuncties van toepassing is.Artikel 4.38Aanwezigheid
Het eerste lid bepaalt voor de woonfunctie dat in ten minste één verblijfsgebied zowel een opstelplaats voor een aanrecht als een opstelplaats voor een kooktoestel moet zijn. Omdat dit niet is uitgesloten, mogen deze opstelplaatsen ook in een gemeenschappelijke ruimte liggen (zie artikel 1.4). Aan de specifieke plaats van een opstelplaats voor een aanrecht en een kooktoestel binnen het verblijfsgebied (ten opzichte van het zogenoemde matje) worden voortaan geen eisen meer gesteld. Bovendien mogen beide opstelplaatsen zolang ze in hetzelfde verblijfsgebied liggen wel in verschillende ruimten (al dan niet verblijfsruimten) liggen. Dit benadrukt de vrije indeelbaarheid van het verblijfsgebied.
Het tweede lid bevat de aanwezigheidseis voor een opstelplaats voor een verwarmingstoestel, zoals bijvoorbeeld een haard, een cv-ketel of een ander stooktoestel. Het gaat dus om het toestel waarin de warmte wordt opgewekt of omgezet en dus niet om bijvoorbeeld de radiatoren van een cv-installatie. De afmetingen van de opstelplaats moeten zijn afgestemd op het te plaatsen verwarmingstoestel. Het spreekt voor zich dat bij die afmetingen rekening moet worden gehouden met de voor onderhoudsactiviteiten noodzakelijke ruimte. Het toestel mag gemeenschappelijk met andere gebruiksfuncties worden gebruikt. Ook mag het verwarmingstoestel worden gecombineerd met een warmwatertoestel (combiketel). De eisen van het tweede lid gelden niet wanneer de gebruiksfunctie is aangesloten op een publieke voorziening voor verwarming (bijvoorbeeld stadsverwarming).
Voor het derde lid dat betrekking heeft op een opstelplaats voor een warmwatertoestel gelden dezelfde overwegingen als voor een opstelplaats voor een verwarmingstoestel.
Het vierde lid bepaalt voor de bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik dat er in ten minste één verblijfsgebied een opstelplaats voor een aanrecht moet liggen. Hiermee is beoogd dat in horecagelegenheden op hygiënische wijze kan worden afgewassen.
De opstelplaats voor het aanrecht bij de bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik is bij Stb. 2017, 268 vervallen.
Artikel 4.39Afmetingen
Het eerste lid geeft als maat voor een (al dan niet gemeenschappelijke) opstelplaats voor een aanrecht als bedoeld in artikel 4.38, eerste lid, een vloeroppervlakte van ten minste 1,4 x 0,6 m. Voor een opstelplaats voor een aanrecht als bedoeld in artikel 4.38, vierde lid, gelden dus geen specifieke afmetingseisen. De opstelplaats moet natuurlijk wel zodanig zijn dat deze functioneel is.
Het tweede lid geeft als maat voor een (al dan niet gemeenschappelijke) opstelplaats voor een kooktoestel als bedoeld in artikel 4.38, eerste lid, een vloeroppervlakte van ten minste 0,6 x 0,6 m.
Artikel 4.40Verbouw
Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten zijn de artikelen 4.38 en 4.39 van overeenkomstige toepassing waarbij moet worden uitgegaan van het rechtens verkregen niveau. Zie voor een toelichting op het begrip «rechtens verkregen niveau» de toelichting op artikel 1.1. Op het geheel vernieuwen zijn de nieuwbouwvoorschriften onverkort van toepassing. Artikel 1.12 bepaalt namelijk dat tenzij anders is bepaald de nieuwbouwvoorschriften van toepassing zijn. Zie hiervoor ook het algemeen deel van toelichting en de toelichting op artikel 1.12.
§ 4.7.2.Bestaande bouw
Artikel 4.41
Zie de toelichting op de artikelen van paragraaf 4.8.1 Nieuwbouw. In aanvulling daarop wordt er op gewezen dat een opstelplaats voor een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel bij bestaande bouw voortaan evenals bij nieuwbouw niet meer in dezelfde ruimte behoeven te liggen. Bij bestaande bouw is alleen voorgeschreven dat de opstelplaatsen in besloten ruimten moeten liggen, dit mogen dus verschillende ruimten zijn.
In tabel 4.41 zijn bij Stb. 2015, 249, de prestatie-eisen niet meer aangestuurd voor een woonfunctie voor zorg. Zie verder daarvoor de toelichting bij paragraaf 4.8.1.
De opstelplaats voor het aanrecht bij de bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik is bij Stb. 2017, 268 bij bestaande bouw (artikel 4.42, tweede lid) vervallen. Tabel 4.41 is overeenkomstig aangepast.
Artikel 4.42
Zie de toelichting op de artikelen van paragraaf 4.8.1 Nieuwbouw. In aanvulling daarop wordt er op gewezen dat een opstelplaats voor een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel bij bestaande bouw voortaan evenals bij nieuwbouw niet meer in dezelfde ruimte behoeven te liggen. Bij bestaande bouw is alleen voorgeschreven dat de opstelplaatsen in besloten ruimten moeten liggen, dit mogen dus verschillende ruimten zijn.
De opstelplaats voor het aanrecht bij de bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik is bij Stb. 2017, 268 bij bestaande bouw (artikel 4.42, tweede lid) vervallen. Tabel 4.41 is overeenkomstig aangepast.
Artikel 4.43
Zie de toelichting op de artikelen van paragraaf 4.8.1 Nieuwbouw. In aanvulling daarop wordt er op gewezen dat een opstelplaats voor een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel bij bestaande bouw voortaan evenals bij nieuwbouw niet meer in dezelfde ruimte behoeven te liggen. Bij bestaande bouw is alleen voorgeschreven dat de opstelplaatsen in besloten ruimten moeten liggen, dit mogen dus verschillende ruimten zijn.