Artikel 4.37
1.
Een toiletruimte als bedoeld in artikel 4.35, eerste en tweede lid, en 4.36, eerste en tweede lid, is vanaf de toegang van de woonfunctie bereikbaar via besloten niet-gemeenschappelijke ruimten van die woonfunctie.
2.
In afwijking van het eerste lid, is de toiletruimte vanaf de toegang van de woonfunctie bereikbaar via besloten al dan niet gemeenschappelijke verkeersroutes.
3.
Een toiletruimte ligt niet buiten de standplaats.
4.
Het hoogteverschil tussen ten minste een vloer waarop een toegang van de woonfunctie zich bevindt en de vloer van ten minste een gemeenschappelijke toiletruimte als bedoeld in artikel 4.35, derde lid, is niet meer dan 3 m. Dit geldt niet voor een integraal toegankelijke toiletruimte en een woonfunctie met een niet-gemeenschappelijke toiletruimte.
5.
De loopafstand tussen ten minste een toegang van de woonfunctie en de toegang van ten minste een gemeenschappelijke toiletruimte als bedoeld in artikel 4.35, derde lid, is niet groter dan 25 m. Dit geldt niet voor een integraal toegankelijke toiletruimte en een woonfunctie met een niet-gemeenschappelijke toiletruimte.
6.
Een integraal toegankelijke toiletruimte ligt in een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.4.
7.
Een toiletruimte is niet rechtstreeks toegankelijk vanuit een verblijfsruimte.