Algemeen
Deze afdeling heeft betrekking op het voorkomen van vochtoverlast in verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten, ten gevolge van vocht van buiten en vocht van binnen. Met vocht van buiten wordt neerslag en grondwater bedoeld. Vocht van binnen is het vocht dat vrijkomt bij het gebruik van het gebouw. In een vochtige omgeving kunnen zich stoffen en organismen ontwikkelen met een voor de gezondheid schadelijke werking, de zogenoemde allergenen. In deze afdeling zijn de oude afdelingen 3.6 (wering van vocht van buiten) en 3.7 (wering van vocht van binnen) samengevoegd. Dit heeft niet geleid tot inhoudelijke wijzigingen. Opgemerkt wordt dat waar voorheen onderscheid werd gemaakt tussen verblijfsgebied voor het verblijven van mensen en een ander verblijfsgebied, dit onderscheid niet meer wordt gemaakt. Zie hiervoor ook de toelichting op het begrip «verblijfsgebied» (artikel 1.1, eerste lid).