Bouwbesluit Online 2012


2. Hoofdlijnen van de regeling

2.1Bepalingsmethode energieprestatie technische bouwsystemen

Op grond van het besluit EPBD III moeten technische bouwsystemen die nieuw worden geïnstalleerd, vervangen of verbeterd voldoen aan minimum energieprestatie-eisen. Er gelden minimum energieprestatie-eisen voor systemen voor ruimteverwarming, ruimtekoeling, ventilatie, warm tapwater en ingebouwde verlichting.

In deze regeling is voorgeschreven welke methoden gebruikt moeten worden om energieprestatie van systemen voor ruimteverwarming, ruimtekoeling, ventilatie, warm tapwater en ingebouwde verlichting vast te stellen. Deze methoden zijn afgeleid van de bepalingsmethode voor energieprestatie van gebouwen, NTA 8800, en laten zien hoeveel primaire fossiele energie de technische bouwsystemen nodig hebben ten opzichte van de netto behoefte. Om de lasten voor installateurs zo beperkt mogelijk te houden, wordt een digitale tool ontwikkeld, waarmee de energieprestatie van technische bouwsystemen kan worden uitgerekend.

2.2Eisen documentatie energieprestatie technische bouwsystemen

Op grond van het besluit EPBD III moeten installateurs die de onder 2.1 bedoelde technische bouwsystemen installeren, vervangen of verbeteren de energieprestatie van deze systemen documenteren en deze stukken overhandigen aan de gebouweigenaar.

In deze regeling zijn de eisen gesteld waaraan deze documentatie tenminste moet voldoen. Het gaat hierbij onder meer om het verstrekken van gegevens over de opsteller van de documentatie en gegevens over het technisch bouwsysteem en het gebouw waartoe het technisch bouwsysteem behoort. De installateur is vrij om deze gegevens aan te vullen met andere informatie die hij of zij wil overhandigen aan de gebouweigenaar. Er zijn geen eisen gesteld aan het format of de vormgeving van de documentatie. Er wordt echter een standaardformat ontwikkeld dat installateurs desgewenst kunnen gebruiken. Dit standaardformat wordt ook opgenomen in de digitale tool die wordt ontwikkeld om installateurs te ontzorgen.

2.3Systeemeisen voor het dimensioneren, installeren, inregelen en de instelbaarheid van technische bouwsystemen

In artikel 6.55 van het besluit EPBD III (Stb. 2020, 84) is bepaald dat een technisch bouwsysteem adequaat gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en instelbaar moet zijn. In deze regeling is per type technisch bouwsysteem nader uitgewerkt wat hiermee wordt bedoeld.

2.4Keuringen voor verwarmings- en airconditioningsystemen

In EPBD III is de keuringsverplichting voor verwarmings- en airconditioningsystemen herzien. Zo verschuift de grens waarboven deze verplichting geldt van een nominaal vermogen van respectievelijk 20 en 12 kW naar 70 kW. Ook valt de combinatie van verwarmings- en ventilatiesysteem en airconditioning- en ventilatiesysteem voortaan onder de keuringsverplichting.

De verwarmingskeuring is voortaan van toepassing op alle verwarmingssystemen en niet alleen op stookinstallaties. Het is daarnaast een keuring die niet is beperkt tot de opwekker, maar betreft het hele systeem. Het gaat daarbij om de prestatie onder typische (meest voorkomende) werkingsomstandigheden; een systeem zal in de praktijk vaker onder deellast functioneren dan onder vollast. In EPBD III is er een grotere nadruk op de prestatie in werkelijke situaties. Het is namelijk van belang dat een systeem efficiënt en effectief functioneert onder alle condities. De keuring moet evenals voorheen leiden tot een keuringsrapport met advies voor de kostenefficiënte verbetering van de energieprestatie van het systeem, dat aan eigenaar of huurder wordt overhandigd. De uitwerking van de eisen aan de keuringen is in een nieuw hoofdstuk 3a opgenomen. In dit hoofdstuk zijn wat betreft het onderdeel keuring van airconditioningsystemen de eisen opgenomen die eerder in paragraaf 3 van de Regeling energieprestatie gebouwen waren te vinden.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties