Bouwbesluit Online 2012


Artikel 4.9

1.

Indien bij twee of meer geluidbelaste constructie-onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie deze onderdelen niet gelijktijdig door een vliegtuig direct aangestraald kunnen worden, worden voor de herleidingsterm C L; k als bedoeld in NEN 5077, onderdeel 5.3.4, en in artikel 4.8, zesde lid, de volgende waarden gehanteerd:

  • a.

    C L; k = 0 dB voor de constructie-onderdelen k waarvoor de hoek tussen de verbindingslijn geluidsbron en het onderdeel en de normaal op het onderdeel niet groter is dan 70°;

  • b.

    C L; k = 3 dB voor de constructie-onderdelen k waarvoor de hoek tussen de verbindingslijn geluidsbron en het onderdeel en de normaal op het onderdeel groter is dan 70° en niet groter dan 90°, en

  • c.

    C L; k = 8 dB voor de constructie-onderdelen k waarvoor de hoek tussen de verbindingslijn geluidsbron en het onderdeel en de normaal op het onderdeel groter is dan 90°.

2.

De geluidwering G A van de uitwendige scheidingsconstructie is de laagste van de bepaalde geluidweringen bij mogelijke combinaties van direct en niet direct aangestraalde onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie.

3.

Voor het constructie-onderdeel k van de uitwendige scheidingsconstructie dat het verst van het gemiddelde grondpad is verwijderd, wordt C L; k = 8 dB gehanteerd, indien de hoek tussen het onderdeel van de uitwendige scheidingsconstructie en het gemiddelde grondpad kleiner is dan 30°.

4.

In verband met de hoekafhankelijkheid van de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie φαβm wordt een herleidingstermC L; k toegepast als bedoeld in NEN 5077, onderdeel 5.3.4. φαβm is afhankelijk van de momentane vliegtuigpositie die wordt beschreven door de hoeken α en β. De horizontale hoek α is gedefinieerd als de hoek tussen de normaal op het constructie-onderdeel k van de uitwendige scheidingsconstructie en de verbindingslijn tussen het middelpunt van het constructie-onderdeel van de uitwendige scheidingsconstructie in het referentievlak en de projectie van de vliegtuigpositie op het referentievlak. De verticale hoek β is gedefinieerd als de hoek tussen de verbindingslijn tussen het middelpunt van het constructie-onderdeel van de uitwendige scheidingsconstructie in het referentievlak en de vliegtuigpositie en de verbindingslijn tussen het middelpunt van het constructie-onderdeel van de uitwendige scheidingsconstructie in het referentievlak en de projectie van de vliegtuigpositie op het referentievlak. φαβm wordt op grond van metingen of berekeningen per luchtvaartterrein vastgesteld.

5.

De herleidingsterm C L; k bedoeld in het vierde lid, wordt per constructie-onderdeel k van de uitwendige scheidingsconstructie per procedure m bepaald uit:

C L = L Aeq (1) - L Aeq (2)

waarbij :

L Aeq (1) = de L Aeq geluidsbelasting in dB(A), als bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, voor procedure m;

L Aeq (2) = de L Aeq geluidsbelasting in dB(A), berekend overeenkomstig de Regeling berekening nachtelijke geluidsbelasting, met mede-integratie van de hoekafhankelijke geluidwering φ αβm, voor procedure m en constructie-onderdeel k.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties