Algemeen
De inhoud van afdeling 4.1 is afkomstig uit de oude afdelingen 4.5 Verblijfsgebied en 4.6 Verblijfsruimte. In de nieuwe opzet ligt wat betreft bruikbaarheid de nadruk op de eisen aan het verblijfsgebied. Voortaan zijn ook voor bestaande bouw de eisen waar mogelijk op verblijfsgebiedniveau gesteld. Het is in bijna alle gevallen de beslissing van de aanvrager van een omgevingsvergunning, eigenaar van het gebouw of gebruiker om een verblijfsgebied nader in te delen in verblijfsruimten (of andere ruimten). In het incidentele geval dat er nog eisen aan een verblijfsruimte worden gesteld, is dit bij wijze van vangnet, om zo nodig te kunnen optreden tegen een indeling die afbreuk doet aan de met dit besluit beoogde veiligheid, gezondheid en «energiezuinigheid en milieu». Uit de definitie van verblijfsruimte volgt dat een verblijfsruimte niet geheel of gedeeltelijk buiten een verblijfsgebied kan liggen. Het is dus niet toegestaan een ruimte als verblijfsruimte te benoemen in een gedeelte van de gebruiksfunctie dat niet is aangemerkt als verblijfsgebied. Opgemerkt wordt dat in sommige gevallen naast de afmetingseisen van deze afdeling rekening moet worden gehouden met de afmetingseisen die uit de arbovoorschriften voortvloeien.