Artikel 4.30 Aansturingsartikel
Artikel 4.30 bevat in het eerste lid de functionele eis dat een bergruimte van een te bouwen woonfunctie geschikt moet zijn om fietsen tegen weer en wind beschermd te kunnen opbergen
Het tweede lid bepaalt dat aan de functionele eis van het eerste lid wordt voldaan door toepassing van de voorschriften van deze afdeling. Deze voorschriften gelden voor alle nieuw te bouwen woonfuncties.
Met de wijziging van de artikelen 4.30 en 4.31 zijn bij Stb. 2015, 249, de voorschriften voor nieuw te bouwen buitenbergingen zo aangepast dat bij studentenhuisvesting en zorghuisvesting wel een buitenberging is voorgeschreven, maar dat daaraan in artikel 4.31 geen specifieke eisen worden gesteld omdat tabel 4.30 de prestatie-eisen voor die gebruiksfuncties niet aanstuurt. In de functionele eis wordt voortaan niet alleen naar fietsen maar ook naar scootmobielen verwezen en is bepaald dat het om een afsluitbare bergruimte gaat. Dat in de functionele eis nu direct een uitzondering is gemaakt voor nieuwe asielzoekerscentra is geen inhoudelijke wijziging, maar een redactionele verduidelijking. Al bij de eerdere wijziging van het Bouwbesluit 2012 (Stb.2014, 51) die op 1 april 2014 in werking is getreden, is de verplichte buitenberging bij asielzoekerscentra vervallen. De uitzondering voor asielzoekerscentra is voortaan niet meer in artikel 4.31, vierde lid, opgenomen, maar direct in de functionele eis van artikel 4.30 Voor woonfuncties voor zorg en studenten is alleen het functionele voorschrift (eerste lid van artikel 4.30) van toepassing. Aanvragers van een omgevingsvergunning voor het bouwen van dergelijke woonfunctie zullen ter beoordeling van bevoegd gezag, een buitenberging moeten realiseren die voldoet aan dit functionele voorschriften. Hierbij gelden vanuit het Bouwbesluit 2012 dan geen afmetingsvoorschriften. Ten overvloede wordt erop gewezen dat het schrappen van de prestatievoorschriften voor studentenhuisvesting niet betekent dat de fietsen nu in de gang moeten worden geplaatst. Dat is geen juiste invulling van de functionele eis. Bovendien is dit uit oogpunt van brandveiligheid buitengewoon onwenselijk.