Bouwbesluit Online 2012


Artikel 6.55a Verbouw

Met artikel 6.55a zijn eisen gesteld aan het plaatsen, of het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of het ingrijpend veranderen of vergroten van een technisch bouwsysteem in een bestaand bouwwerk waarbij de energieprestatie wordt beïnvloed. Dergelijke bouwsystemen moeten aan het in tabel 6.55 opgenomen systeemeisen voor de energieprestatie voldoen. Deze eisen gelden voor alle gebruiksfuncties.

Er is sprake van het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of vergroten van een technisch bouwsysteem wanneer één of meer van de centrale warmte-, koude- of warm water-opwekkers of centrale ventilatie units veranderd wordt of wanneer een derde of meer van de afgiftelichamen of inbouwarmaturen wordt geïnstalleerd, vervangen of verbeterd. De eisen gelden niet bij kleine (ondergeschikte) wijzigingen aan een technische bouwsysteem, zoals een eenvoudige reparatie of het vervangen van de ombouw van een dergelijk systeem, omdat de eisen dan zouden kunnen leiden tot nalevingskosten die niet proportioneel zijn ten opzichte van de oorspronkelijk beoogde ingreep. In deze gevallen is er meestal ook geen of slechts een zeer beperkt effect op de energieprestatie. In het vijfde lid is een voorschrift gegeven voor het geval een technisch bouwsysteem uit een combinatie van de in de tabel opgenomen systemen bestaat. In een dergelijk geval moet de energieprestatie worden berekend naar rato van de in de tabel opgenomen eisen van de systemen die deel uitmaken van de combinatie.

Met het tweede lid is aangegeven dat een technisch bouwsysteem adequaat moet zijn gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en instelbaar moet zijn. Voor een toelichting op deze eis wordt verwezen naar de toelichting op artikel 6.55, tweede lid, dat dezelfde eisen voor nieuwbouw stelt. De grondslag voor de verdere invulling van de hiervoor genoemde begrippen is in het zevende lid van artikel 6.55a opgenomen.

Met de derde lid is bepaald dat een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming na het vervangen van één of meerdere centrale warmtegenerators zelfregulerend per verblijfsgebied of verblijfsruimte moet zijn. Voor het begrip warmtegenerator wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting op dat begrip. Zie daarvoor de toelichting op onderdeel A van dit besluit.

Alleen bij het vervangen van een warmtegenerator moet het technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming zelfregulerend zijn. Zie ook de artikelsgewijze toelichting op artikel 6.55, derde lid.

Met het vierde lid is bepaald dat een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming in een bouwwerk dat is aangesloten op een warmtenet na het vervangen van de afleverset voor warmte zelfregulerend moet zijn. In tegenstelling tot het vergelijkbare nieuwbouwartikel geldt hier geen eis voor ruimtekoeling.

Het vijfde lid bevat een combinatiebepaling voor het geval er sprake is van een technisch bouwsysteem dat bestaat uit een combinatie van in de tabel opgenomen bouwsystemen. Zie voor een toelichting hierop de artikelsgewijze toelichting op artikel 6.55, vierde lid.

Het zesde lid bepaalt dat het tweede en derde lid niet van toepassing zijn als de kosten van de zelfregulerende apparatuur meer dan 20% bedragen van het technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties