Artikel 1.14
Alleen door de Minister van BZK aangewezen certificerende instellingen mogen de in de regelgeving opgenomen conformiteitsbeoordeling uitvoeren. Dit artikel stelt nadere regels voor de wijze waarop een aanvraag voor aanwijzing als certificerende instelling moet worden ingediend.
Het tweede lid bevat gegevens en bescheiden die in ieder geval bij een aanvraag moeten worden verstrekt. Naast de vestigingsplaats van de aanvrager en een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel dient ook het certificatieschema waarop de accreditatie betrekking heeft alsmede het bewijs van accreditatie voor dat schema verstrekt te worden. Een aanwijzing is dus verbonden aan een specifiek certificatieschema. De gegevens en bescheiden genoemd in dit lid vormen een aanvulling op hetgeen bepaald is in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het derde lid regelt dat wanneer een aanvrager nog niet geaccrediteerd is, in plaats van het bewijs van accreditatie een bewijs kan worden verstrekt dat de procedure voor het verkrijgen van accreditatie is aangevangen. Dit bewijs zal de vorm hebben van het ontvangstbewijs dat een aanvrager ontvangt van de Raad voor Accreditatie wanneer de aanvraag ontvangen en compleet is. Dit zijn ook werkzaamheden die juist verricht worden om een certificaat of accreditatie te verkrijgen mogelijk te maken. Deze bepaling ziet op de op grond van het bovenliggende besluit (Stb. 2020, 348) geldende overgangsperiode van 18 maanden vanaf inwerkingtreding van het besluit (1 oktober 2020). In deze periode geldt de eis dat een certificerende instelling geaccrediteerd moet zijn nog niet. Bij de inwerkingtreding van het wettelijk stelsel ‘certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties’ (Stb. 2019, 383; Stb. 2020, 348; Stcrt. 2020, 50199) is bepaald dat certificerende instellingen per 1 april 2022 door de Raad voor Accreditatie (RvA) moeten zijn geaccrediteerd en dat bedrijven per diezelfde datum gecertificeerd moeten zijn om nog werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (zoals cv-ketels) te mogen uitvoeren. Omdat voor het opstellen en aanwijzen van de certificatieschema’s meer tijd nodig blijkt dan bij de inwerkingtreding van het wettelijk stelsel voorzien is de datum 1 april 2022 niet langer haalbaar. Daarom is besloten deze datum te verschuiven van 1 april 2022 naar 1 januari 2023.1 In artikel 1.14, derde lid, van de Regeling Bouwbesluit 2012 is bij Stcrt. 2021 48236 deze datum ook aangepast in het voorschrift dat bij de aanvraag tot aanwijzing als certificerende instelling tot deze datum, in plaats van een bewijs van accreditatie, een bewijs kan worden verstrekt dat de aanvraag bij de RvA voor accreditatie volledig is en door de RvA in behandeling is genomen.
1 Kamerstukken II 2021/22, 32 757, nr. 183.