Bouwbesluit Online 2012


Afdeling 3.17. Bescherming tegen ratten en muizen

§ 3.17.1. Nieuwbouw

Artikel 3.114

1.

Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat het binnendringen van ratten en muizen wordt tegengegaan.

2.

Voorzover voor een gebruiksfuncties in tabel 3.114 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

3.

Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 3.114 geen voorschrift is aangewezen.

Artikel 3.115

1.

Een uitwendige scheidingsconstructie heeft geen openingen die breder zijn dan 0,01 m. Dit geldt niet voor een afsluitbare opening en een opening die de uitmonding is van een voorziening voor:

  1. a.

    luchtverversing,

  2. b.

    de afvoer van rook of

  3. c.

    de ont- en beluchting van een voorziening voor de afvoer van afvalwater en fecaliën.

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt met een gebruiksfunctie waarop het eerste lid niet van toepassing is.

Artikel 3.116

1.

Een gebruiksfunctie heeft ter plaatse van een uitwendige scheidingsconstructie, een scherm tot een vanaf het aansluitende terrein gemeten diepte van ten minste 0,6 m. Het scherm heeft geen openingen die breder zijn dan 0,01 m.

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt met een gebruiksfunctie waarop het eerste lid niet van toepassing is.

3.

Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op een scheidingsconstructie van een meterruimte of van een opstelplaats voor een stooktoestel, indien zich, ter plaatse van de inwendige scheidingsconstructies die de scheiding vormen tussen die ruimte en een andere ruimte van de gebruiksfunctie, een scherm als bedoeld in het eerste lid, bevindt.

§ 3.17.2. Bestaande bouw

Artikel 3.117

1.

Een bestaand bouwwerk is zodanig dat het binnendringen van ratten en muizen wordt tegengegaan.

2.

Voorzover voor een gebruiksfuncties in tabel 3.117 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

3.

Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 3.117 geen voorschrift is aangewezen.

Artikel 3.118

1.

Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsruimte, een toiletruimte of een badruimte heeft geen openingen die breder zijn dan 0,01 m. Dit geldt niet voor een afsluitbare opening en een opening die de uitmonding is van een voorziening voor:

  1. a.

    luchtverversing,

  2. b.

    de afvoer van rook of

  3. c.

    de ont- en beluchting van een voorziening voor de afvoer van afvalwater en fecaliën.

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt met een gebruiksfunctie waarop het eerste lid niet van toepassing is.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties