Artikel 4.46
1.
Een gebruiksfunctie heeft een aantal badruimten, dat niet kleiner is dan de grenswaarde die is aangegeven in tabel 4.45.
2.
Een gebruiksfunctie heeft een zodanig aantal badruimten, dat op een badruimte niet meer is aangewezen dan de in tabel 4.45 aangegeven gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie.
3.
Een celfunctie voor dag- en nachtverblijf heeft een gemeenschappelijke badruimte waarop alleen cellen zijn aangewezen, die in hetzelfde cellenblok liggen.
4.
Een badruimte als bedoeld in het eerste lid, mag een gemeenschappelijke badruimte zijn. Het aantal gemeenschappelijke badruimten is zodanig dat op een badruimte in totaal niet meer dan 250 m² gebruiksoppervlakte aan woonfuncties is aangewezen.
5.
Een badruimte als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, mag een gemeenschappelijke badruimte zijn.
6.
Een badruimte mag zijn samengevoegd met een toiletruimte.