Artikel 6.9 Voorziening voor gas
Het eerste lid regelt dat een voorziening voor gas – indien zo’n voorziening geïnstalleerd wordt – moet voldoen aan NEN 1078 bij een nominale werkdruk tot en met 0,5 bar en een dergelijke NEN 15001-1 bij een gasvoorziening met een nominale werkdruk vanaf 0,5 bar tot en met 40 bar. Het is dus niet meer voorgeschreven een gasvoorziening te hebben en er worden geen eisen meer gesteld aan de omvang van de installatie.
Bij een bestaande voorziening voor gas kan op grond van het tweede lid bij een nominale werkdruk tot en met 0,5 bar worden volstaan met het lagere niveau van NEN 8078. Bij een bestaande gasvoorziening met een hogere werkdruk dan 0,5 bar geldt derhalve evenals bij nieuwbouw NEN 2078.
Het derde lid geeft een voorschrift voor een te bouwen bouwwerk met een op het distributienet aan te sluiten gasvoorziening. Het is nodig dat er voor deze voorziening leidingdoorvoeren en mantelbuizen zijn die voldoen aan NEN 2768.