Artikel 6.32 Automatische brandblusinstallatie en rookbeheersingssysteem
In artikel 6.32 is het begrip "bestaande " geschrapt [Stb. 2013, 75]. In het artikel werd gesproken van bestaande installaties, terwijl het in andere artikelen alleen om installaties gaat. Brandmeldinstallaties, ontruimingsalarminstallaties, automatische brandblusinstallaties en rookbeheersingssystemen moeten in alle gevallen tijdig voorzien zijn van een geldig certificaat. Dit is dus ongeacht of het om een nieuwe of om een bestaande installatie gaat.
Een automatische brandblusinstallatie (bijvoorbeeld een sprinklerinstallatie) heeft tot doel een beginnende brand te blussen of een brand onder controle te houden, zodat de omvang van de brand beperkt wordt. Een rook- en warmteafvoerinstallatie (rookbeheersingssysteem) heeft tot doel om rook en warmte bij een brand uit het bouwwerk af te voeren. Zo’n installatie maakt het mogelijk gedurende een langere periode veilig te kunnen vluchten. Ook kan de installatie zijn bedoeld om te voorkomen dat reddings- en bluswerkzaamheden worden belemmerd door rook die in een ruimte blijft hangen. In dit artikel, dat gericht is op het waarborgen van een goede werking van genoemde installaties, wordt gesproken van bij of krachtens de wet voorgeschreven. Hiermee wordt bedoeld dat dergelijke installaties hoewel ze niet in dit besluit worden voorgeschreven, wel een rol kunnen spelen bij een beroep op gelijkwaardigheid als bedoeld in artikel 1.3 van dit besluit. Dit is een voorbeeld van bij of krachtens de wet. Genoemde installaties kunnen bijdragen tot een gelijkwaardige oplossing voor bouwkundige brandwerende voorzieningen of om een langere loopafstand dan bedoeld in afdeling 2.12 toe te staan. Ook is het mogelijk een automatische brandblusinstallatie en/of een rookbeheersingssysteem te installeren als onderdeel van de invulling van de vereiste gelijkwaardige brandveiligheid van grote brandcompartimenten en de functionele brandveiligheidseisen van afdeling 2.14 (Hoge en ondergrondse gebouwen).
Met het vervallen [Stb. 2011, 676] van artikel 6.32, eerste lid [Stb. 2011, 416] is de verplichting tot het hebben van een productcertificaat voor een automatische brandblusinstallatie geschrapt. De verplichting tot het hebben van een geldig inspectiecertificaat blijft in stand. Vanuit het oogpunt van brandveiligheid is dat inspectiecertificaat voldoende (in de Regeling Bouwbesluit 2012 zal nader op het inspectiecertificaat worden ingegaan). Met het schrappen van het productcertificaat worden onnodige administratieve lasten voorkomen. Tabel 6.27 is hierop aangepast.
Op grond van het eerste lid [tweede lid Stb. 2011, 416] moet een bestaande automatische brandblusinstallatie voorzien zijn van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Vastopgestelde Brandbeheersings- en Brandblussytemen. Door die inspectie is geborgd dat automatische brandblusinstallaties ook in de gebruiksfase blijven voldoen aan de uitgangspunten zoals die zijn geformuleerd ten tijde van de installatie daarvan.
Wanneer met een beroep op gelijkwaardigheid een rookbeheersingssysteem wordt toegepast, dan volgt uit het tweede lid [derde lid Stb. 2011, 416] van artikel 6.32 dat dit systeem moet zijn voorzien van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectiesschema Rookbeheersingsinstallaties. Met het begrip «geldig» wordt bedoeld dat het document niet verlopen mag zijn.