Bouwbesluit Online 2012


Afdeling 2.14. Verdere beperking van uitbreiding van brand

§ 2.14.1. Nieuwbouw

Artikel 2.115

1.

Een te bouwen bouwwerk waarin wordt geslapen is zodanig dat uitbreiding van brand in verdergaande mate wordt beperkt dan bepaald in paragraaf 2.13.1.

2.

Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.115 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

Artikel 2.116

1.

Een niet-gemeenschappelijke ruimte ligt in een subbrandcompartiment. Dit geldt niet voor een toiletruimte, een badruimte, een meterruimte, en een opstelplaats voor een verbrandingstoestel niet gelegen in een stookruimte als bedoeld in artikel 4.88, vierde en vijfde lid.

2.

Een gemeenschappelijk verblijfsgebied ligt in een subbrandcompartiment.

3.

Een verblijfsruimte ligt in een subbrandcompartiment.

4.

Een verblijfsruimte waarin wordt geslapen ligt in een subbrandcompartiment.

5.

Een subbrandcompartiment ligt in een brandcompartiment

Artikel 2.117

1.

Een subbrandcompartiment strekt zich uit over niet meer dan een brandcompartiment.

2.

Een subbrandcompartiment als bedoeld in artikel 2.116, eerste lid, omvat in afwijking van artikel 2.105, tweede lid, uitsluitend niet-gemeenschappelijke ruimten van niet meer dan een gebruiksfunctie en nevenfuncties van die gebruiksfunctie.

3.

Een subbrandcompartiment heeft een gebruiksoppervlakte die niet groter is dan 500 m².

4.

Een subbrandcompartiment waarin een verblijfsruimte ligt, omvat uitsluitend:

  1. a.

    een of meer met elkaar in verbinding staande ruimten met een totale gebruiksoppervlakte van niet meer dan 40 m², of

  2. b.

    die verblijfsruimte, indien de vloeroppervlakte van die verblijfsruimte groter is dan 40 m².

5.

Een gemeenschappelijk verblijfsgebied is een subbrandcompartiment.

6.

Een subbrandcompartiment met een verblijfsruimte waarin wordt geslapen is bestemd voor niet meer dan 40 personen en heeft een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 200 m².

7.

Een subbrandcompartiment omvat uitsluitend een of meer verblijfsruimten voor aan bed gebonden patiënten en ruimten die ten dienste staan van die verblijfsruimten met een totale gebruiksoppervlakte van:

  1. a.

    niet meer dan 50 m², indien die verblijfsruimten niet permanent worden bewaakt, of

  2. b.

    niet meer dan 500 m², indien die verblijfsruimten permanent worden bewaakt.

Artikel 2.118

1.

De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte in het brandcompartiment is niet lager dan de in tabel 2.115 aangegeven grenswaarde.

2.

In afwijking van het eerste lid, is de volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een subbrandcompartiment naar een ruimte als bedoeld in het eerste lid, die in dezelfde woonfunctie ligt, niet lager dan 30 minuten.

3.

In afwijking van het eerste lid, kan worden volstaan met 30 minuten, indien:

  1. a.

    de volgens NEN 6090 bepaalde permanente vuurbelasting van het subbrandcompartiment niet groter is dan 500 MJ/m² en

  2. b.

    in het gebouw geen vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 7 m boven het meetniveau.

4.

In afwijking van het eerste lid, kan tussen een subbrandcompartiment en een besloten ruimte waardoor een rookvrije vluchtroute loopt zijn volstaan met 30 minuten.

5.

Indien zich tussen een subbrandcompartiment en een aangrenzende ruimte die toegang geeft tot dat subbrandcompartiment, een deur bevindt, blijft bij het bepalen van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag buiten beschouwing een oppervlak gelegen onder die deur, dat niet groter is dan 0,02 m² en waarvan de hoogte, gemeten vanaf de vloer, niet groter is dan 0,05 m.

Artikel 2.119

In een inwendige scheidingsconstructie van een subbrandcompartiment waarvoor een eis voor de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag geldt, bevindt zich geen ander beweegbaar constructie-onderdeel dan een zelfsluitende deur.

§ 2.14.2. Bestaande bouw

Artikel 2.120

1.

Een bestaand bouwwerk waarin wordt geslapen is zodanig dat uitbreiding van brand in verdergaande mate wordt beperkt dan bepaald in paragraaf 2.13.2

2.

Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.120 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.

Artikel 2.121

1.

Een al dan niet gemeenschappelijke ruimte ligt in een subbrandcompartiment. Dit geldt niet voor een toiletruimte, een badruimte, een meterruimte, en een opstelplaats voor een verbrandingstoestel niet gelegen in een stookruimte als bedoeld in artikel 4.92, vierde lid.

2.

Een niet-gemeenschappelijke ruimte ligt in een subbrandcompartiment.

3.

Een subbrandcompartiment ligt in een brandcompartiment.

Artikel 2.122

1.

Een subbrandcompartiment strekt zich uit over niet meer dan een brandcompartiment.

2.

Een subbrandcompartiment als bedoeld in artikel 2.121, omvat, in afwijking van artikel 2.112, tweede lid, uitsluitend niet-gemeenschappelijke ruimten van een gebruiksfunctie en een of meer nevenfuncties van die gebruiksfunctie.

3.

Een subbrandcompartiment met een gemeenschappelijke verblijfsruimte omvat uitsluitend met die verblijfsruimte in verbinding staande gemeenschappelijke verblijfsruimten, gemeenschappelijke verkeersruimten, gemeenschappelijke toiletruimten en gemeenschappelijke badruimten.

4.

Een subbrandcompartiment waarin een verblijfsruimte ligt, omvat uitsluitend:

  1. a.

    een of meer met elkaar in verbinding staande ruimten met een totale gebruiksoppervlakte van niet meer dan 60 m², of

  2. b.

    die verblijfsruimte, indien de vloeroppervlakte van die verblijfsruimte groter is dan 60 m².

5.

Een subbrandcompartiment omvat uitsluitend een of meer verblijfsruimten voor aan bed gebonden patiënten en ruimten die ten dienste staan van die verblijfsruimten met een totale gebruiksoppervlakte van:

  1. a.

    niet meer dan 100 m², indien die verblijfsruimten niet permanent worden bewaakt, of

  2. b.

    niet meer dan 1000 m², indien die verblijfsruimten permanent worden bewaakt.

Artikel 2.123

1.

De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte in het brandcompartiment is niet lager dan 20 minuten.

2.

Indien zich tussen een subbrandcompartiment en een aangrenzende besloten ruimte die toegang geeft tot dat subbrandcompartiment een deur bevindt, blijft bij het bepalen van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag het oppervlak gelegen onder die deur buiten beschouwing, indien dat oppervlak niet groter is dan 0,02 m², en de hoogte van dat oppervlak, gemeten vanaf de vloer, niet groter is dan 0,05 m.

Artikel 2.124

In een inwendige scheidingsconstructie van een subbrandcompartiment waarvoor een eis voor de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag geldt, bevindt zich geen ander beweegbaar constructie-onderdeel dan een zelfsluitende deur.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties

Beeld: John van Helvert

Bouwbesluit online is niet meer beschikbaar. De actuele regels zijn te vinden in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) op:

BBLonline
bblonline.nl
wettenbank.overheid.nl
De Rijksoverheid. Voor Nederland