Afdeling 2.9. Gasvoorziening
§ 2.9.1. Nieuwbouw
Artikel 2.68
1.
Een te bouwen bouwwerk heeft een veilige voorziening voor gas.
2.
Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.68 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.
Artikel 2.69
1.
Een gebruiksfunctie heeft een voorziening voor gas, tenzij de gebruiksfunctie kan worden aangesloten op een gemeenschappelijke of publieke voorziening voor verwarming.
2.
Een woongebouw heeft een voorziening voor gas, indien het een gemeenschappelijke voorziening voor verwarming heeft.
Artikel 2.70
1.
Een voorziening voor gas heeft in een meterruimte als bedoeld in artikel 4.66, een aansluitmogelijkheid voor aansluiting op het distributienet van gas.
2.
Een voorziening voor gas als bedoeld in artikel 2.69, heeft een aansluitpunt bij:
-
a.
een opstelplaats voor een kooktoestel als bedoeld in artikel 4.81,
-
b.
een opstelplaats voor een stooktoestel als bedoeld in artikel 4.87, en
-
c.
een opstelplaats voor een warmwatertoestel als bedoeld in artikel 4.95.
3.
Een voorziening voor gas heeft een aansluitpunt bij elke opstelplaats voor een op gas gestookt verbrandingstoestel.
Artikel 2.71
Een voorziening voor gas voldoet aan bij ministeriële regeling aangewezen voorschriften.
§ 2.9.2. Bestaande bouw
Artikel 2.72
1.
Een bestaand bouwwerk heeft een veilige voorziening voor gas.
2.
Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.72 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.
Artikel 2.73
Een voorziening voor gas heeft een aansluitmogelijkheid voor aansluiting op het distributienet van gas.
Artikel 2.74
Een voorziening voor gas voldoet aan bij ministeriële regeling aangewezen voorschriften.