§ 2.21.2. Bestaande bouw
Artikel 2.196
1.
Een bestaand bouwwerk heeft zodanige voorzieningen voor de bestrijding van brand, dat brand binnen redelijke tijd kan worden bestreden.
2.
Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.196 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften.
Artikel 2.197
1.
Een gebruiksfunctie met een verblijfsruimte waarvan de vloer hoger ligt dan 20 m boven het meetniveau, heeft ten minste een al dan niet gemeenschappelijke droge blusleiding.
2.
Een bouwwerk geen gebouw zijnde heeft, afhankelijk van zijn bestemming en grootte, zodanige voorzieningen dat een brand binnen redelijke tijd kan worden geblust.
Artikel 2.198
Het aantal droge blusleidingen is zodanig, dat de loopafstand tussen een brandslangaansluiting van een droge blusleiding en een toegang van een op die aansluiting aangewezen rookcompartiment niet groter is dan 70 m.
Artikel 2.199
De inrichting van een droge blusleiding, als bedoeld in artikel 2.197, eerste lid, voldoet aan NEN 1594 voor:
-
a.
de drukbestendigheid,
-
b.
de onbrandbaarheid van het materiaal van de leiding,
-
c.
de soorten koppelingen voor de aansluiting van brandslangen,
-
d.
de aanduiding van de brandslangaansluitingen en
-
e.
de aanduiding van de voedingsaansluitingen.