1.
Een voorziening voor de afvoer van rook voor een opstelplaats voor verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130 kW, heeft een zodanige capaciteit, dat de verbranding in het toestel doeltreffend plaatsvindt. Een voorziening voor de afvoer van rook voor een opstelplaats voor verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van ten hoogste 130 kW heeft een volgens NEN 2757 bepaalde capaciteit, die niet kleiner is dan de totale normaalvolumestroom van de rook bij de nominale belasting van de verbrandingstoestellen die op die voorziening zijn aangewezen. De normaalvolumestroom van een open verbrandingstoestel wordt bepaald met formule 3.102.
qvn = B x 0,27 x 10-3 x n' |
|
waarin: |
|
qvn |
is de normaalvolumestroom in m³/s; |
B |
is de nominale belasting van het toestel, in kW; |
n' |
is de «rekenwaarde verdunningsfactor rook» zoals aangegeven in tabel 3.102. |
verbrandingstoestel |
rekenwaarde verdunningsfactor van rook (n') |
||
afvoer zonder ventilator |
afvoer met ventilator |
||
brandstof |
[-] |
[-] |
|
gesloten vuur, zonder ventilator, met trekonderbreker |
aardgas/butaan/propaan |
3,0 |
5,0 |
open vuur, zonder ventilator (blokkenvuurtoestel type II) |
aardgas |
12,5 |
12,5 |
gesloten vuur, zonder ventilator |
olie (HBO I) |
1,3 |
2,6 |
gesloten vuur, zonder ventilator |
kolen, hout |
2,0 |
4,0 |
open vuur, zonder ventilator |
vaste brandstof |
10,0 |
10,0 |