1.
Een uitwendige scheidingsconstructie heeft geen openingen die breder zijn dan 0,01 m. Dit geldt niet voor een afsluitbare opening en een opening die de uitmonding is van een voorziening voor:
-
a.
luchtverversing,
-
b.
de afvoer van rook of
-
c.
de ont- en beluchting van een voorziening voor de afvoer van afvalwater en fecaliën.
Uw gekozen filters: