Bouwbesluit Online 2012


Artikel 1.12 Verbouw

Artikel 1.12[nu eerste lid]bepaalt dat op het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk wat betreft de hoofdstukken 2 tot en met 5 de eisen voor een nieuw te bouwen bouwwerk van toepassing zijn, tenzij in de betreffende afdeling anders is aangegeven[Stb. 2011, 676].. Dit artikel is in de plaats gekomen van artikel 1.11 van het Bouwbesluit 2003. Voortaan staat direct vast wat het specifieke niveau van eisen is bij verbouw. In veel gevallen verwijst dit besluit daarbij naar het «rechtens verkregen niveau». Het rechtens verkregen niveau is in het algemeen deel van de toelichting en bij artikel 1.1, eerste lid, bij het begrip «rechtens verkregen niveau» toegelicht. Het rechtens verkregen niveau wordt aangewezen wanneer de eisen voor nieuwbouw of redelijkerwijs niet haalbaar zijn, of zich niet goed zullen kunnen verhouden met het bestaande kwaliteitsniveau van het te verbouwen object. Bijvoorbeeld: de bewoner/eigenaar van een woning uit de jaren ’50 die geen gebruik heeft gemaakt van de door de rijksoverheid gesubsidieerde mogelijkheid tot na-isolatie in verband met ernstig verkeers-, industrie-, of luchtvaartlawaai. Als vervolgens een aanbouw aan die woning wordt geplaatst dan is het aan de eigenaar/bewoner om de aanbouw tegen die geluidoverlast te isoleren. Het toepassen van de zware geluidsisolatie-eisen uit afdeling 3.1 op de aanbouw, terwijl de woning zelf hiertegen niet geïsoleerd is, is weinig zinvol. Voor een dergelijk geval is bepaald dat met het rechtens verkregen niveau kan worden volstaan. Ten overvloede wordt opgemerkt dat wanneer de nieuwbouweisen buiten toepassing zijn gesteld zonder dat daarvoor het rechtens verkregen niveau of een ander specifiek niveau van eisen voor in de plaats is gesteld ten minste moet worden voldaan aan de relevante eisen voor bestaande bouw. Dit is de ondergrens waaraan altijd moet zijn voldaan.

Zie ook het algemeen deel van de toelichting, onderdelen 6.2 en 10.1.

Aan artikel 1.12 zijn twee leden toegevoegd [Stb. 2011, 676].

Met de wijziging van de oorspronkelijke tekst, nu het eerste lid, wordt bepaald dat het basis verbouwvoorschrift niet van toepassing is op de verbouw van een bouwwerk voor zover deze verbouw betrekking heeft op de in hoofdstuk 6 bedoelde installaties. Dit betekent dat bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk wat betreft de hoofdstukken twee tot en met vijf de eisen voor een nieuw te bouwen bouwwerk van toepassing zijn tenzij in het verbouwartikel van de betreffende afdeling anders is aangegeven. Voor dit onderscheid tussen de hoofdstukken 2 tot en met 5 en hoofdstuk 6 is gekozen omdat de opbouw van hoofdstuk 6 anders is dan de opbouw van de hoofdstukken 2 tot en met 5. In de hoofdstukken 2 tot met 5 zijn de voorschriften voor nieuwbouw en bestaande bouw in aparte paragrafen opgenomen. In hoofdstuk 6 zijn geen paragrafen voor nieuwbouw en bestaande bouw. Bij de voorschriften voor installaties is slechts bij een beperkt aantal voorschriften een onderscheid tussen nieuwbouw en bestaande bouw. Veel voorschriften gelden zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw. De andere mogelijkheid is dat er alleen eisen aan nieuwbouw worden gesteld.

Bij Stb. 2020, 189 is het eerste lid gewijzigd en aangevuld. Mede naar aanleiding van de kamerbrief Brandveiligheid en zelfstandig wonende ouderen is in overleg met gemeenten en brandweer gekeken naar de huidige aanschrijfmogelijkheid op grond van artikel 13 van de Woningwet. Van deze aanschrijfmogelijkheid kan het bevoegd gezag gebruikmaken als het naar zijn oordeel noodzakelijk is dat aan een bestaand bouwwerk aanvullende bouwkundige voorzieningen worden aangebracht waardoor het bouwwerk zal voldoen aan een hoger kwaliteitsniveau dan het niveau dat volgt uit de in het Bouwbesluit 2012 gegeven voorschriften voor bestaande bouwwerken. In het eerste lid van artikel 1.12 is de samenloop van dit aanschrijfartikel met de voorschriften voor bestaande bouw1 in het Bouwbesluit 2012 verduidelijkt. Het eerste lid van artikel 1.12 regelt welke voorschriften van het Bouwbesluit 2012 gelden bij verbouw. De oorspronkelijke tekst van dit artikel is overgenomen in de eerste zin van het artikel en in sub a. Op basis hiervan gelden voor verbouw de nieuwbouwvoorschriften tenzij anders is bepaald in een specifiek voorschrift. Voor veel voorschriften volgt hieruit dat het zogenaamde rechtens verkregen niveau van toepassing is op de verbouw.

Op grond van artikel 13 van de Woningwet kan de eigenaar van een gebouw of een ander bevoegd persoon verplicht worden een bestaand bouwwerk aan te passen tot een hoger niveau, waarbij het nieuwbouwniveau uit het Bouwbesluit 2012 de bovengrens vormt. De samenhang tussen deze bevoegdheid van het bevoegd gezag en de bevoegdheid tot verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen blijkt in de praktijk soms onvoldoende duidelijk.2 Daarom is het eerste lid van artikel 1.12 aangevuld met het gestelde in onderdeel b, zodat duidelijk is dat een opgelegde verplichting op grond van artikel 13, 3 en onderdeel vormt van (alle) eisen waar men bij verbouw van een bouwwerk aan moet voldoen. De verplichting hiertoe volgt rechtstreeks uit de aanschrijving die gedaan is op grond van artikel 13 Woningwet.

Wanneer een aanschrijving op grond van artikel 13 van de Woningwet is gedaan en dit de aanleiding vormt voor het verbouwen van het bestaande gebouw, hoeft voor de onderdelen opgenomen in die aanschrijving geen omgevingsvergunning voor het bouwen te worden aangevraagd. Een vergunning is niet nodig om te voldoen aan een opgelegde last, omdat reeds uit die last volgt dat de betreffende voorzieningen moeten worden aangebracht. Daarmee behelst de gegeven last impliciet de toestemming om aan de last te voldoen.Alleen als een verbouwing van een gebouw verder gaat dan het daaraan treffen van de voorzieningen die in de aanschrijving 4 zijn opgelegd, en die extra onderdelen van de verbouwing vergunningplichtig zijn op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, moet ook een vergunning voor het verbouwen aangevraagd worden. Omdat de aanschrijving op grond van artikel 13 Woningwet een besluit is dat binnen de gestelde termijn uitgevoerd moet worden, zal de initiatiefnemer de te treffen voorzieningen in moeten passen in eventuele verdere verbouwplannen.

In het nieuwe tweede lid wordt een voorschrift gegeven voor het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een installatie. Daarop is wat betreft de voorschriften van hoofdstuk 6 het rechtens verkregen niveau van toepassing.

In het nieuwe derde lid is bepaald dat op het geheel vernieuwen van een installatie wat betreft hoofdstuk 6 de nieuwbouwvoorschriften van toepassing zijn. Er wordt op gewezen dat voor zover bij het verbouwen van de installatie ook bouwkundige voorzieningen moeten worden getroffen, bij voorbeeld een nieuwe leidingdoorvoer door een muur, de verbouw van die muur moet voldoen aan de relevante voorschriften uit de hoofdstukken 2 tot en met 5.

Een nieuwe installatie in een bestaand gebouw moet voldoen aan de eisen voor een te bouwen installatie ofwel aan het nieuwbouwniveau. Dit geldt dus zowel voor het geval dat er nog geen installatie was, als voor het geval de oude installatie volledig wordt vervangen. Het niveau van eisen voor eventueel daarbij noodzakelijke nieuwe leidingdoorvoeren of andere bouwkundige voorzieningen moet separaat worden beoordeeld op basis van het eerste lid van artikel 1.12. Zie ook de toelichting op artikel 1.12 van het Bouwbesluit 2012.

Wat het rechtens verkregen niveau is zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Als er in de desbetreffende afdeling van hoofdstuk 6 bijvoorbeeld voorschriften voor bestaande bouw zijn opgenomen, dan is dat de absolute ondergrens voor het rechtens verkregen niveau. Als de voorschriften zowel voor nieuwbouw als voor bestaande bouw gelden dan zal het rechtens verkregen niveau in principe tussen beide niveaus liggen.

Opmerking BRIS

1 bedoeld is nieuwbouw

Opmerking BRIS

2 Het probleem van de samenhang tussen artikel 13 van de Woningwet en artikel 1.11 van het Bouwbesluit sedert 1 april 2012 en onderhavige wijziging is dat, omdat de aanschrijving dwingt tot een verbouwing, de verbouwvoorschriften van het Bouwbesluit 2012 de bovengrens van de aanschrijving op grond van artikel 13 van de Woningwet vormen. De verbouwvoorschriften maken immers onderdeel uit van de voorschriften voor het bouwen. Met onderhavige wijziging is die beperking opgeheven

Opmerking BRIS

3 verder kan reiken dan het verbouwniveau

Opmerking BRIS

4 zoals volgt uit artikel 13 van de Woningwet

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties